Geschatte leestijd: 12 minuten.

Juist zij maakte in de verslavingszorg voor mij het verschil. En weet je waar dat verschil ‘m in zat? Zij zag mij als mens, niet alleen als ‘cliënt’. Ze nam de tijd. Soms dwars tegen de procedures in. Ze besteedde een deel van haar kostbare tijd aan een ‘beter gesprek’. En juist daarmee werd uiteindelijk mijn verblijf in de kliniek effectiever…zowel voor mij als voor de kliniek.

Daar zit ik dan…

Te wachten op de intake/opname in mijn ‘afkick-kliniek’. Klinkt raar, want ik voel mij niet medicijn’-verslaafd’. Maar in the end…ben ik het wel.

Afhankelijk geworden van pijnstillers. Pijnmedicatie met steeds meer bijwerkingen, die steeds meer in de weg zitten. Dus is het goed, en nodig, om te gaan afbouwen. Ook ben ik wel nieuwsgierig wat er ‘onder de pijnstilling’ zit. Welke pijn ga ik tegenkomen de komende tijd…en hoe ga ik daar mee om. Daar zit voor mij ook de spanning van dit avontuur.

Sommige stromingen zijn er van overtuigd dat heftige pijnstilling juist ook zorgt voor méér pijn. Hoe gek ook, maar dat effect kan er dus ook zijn. Pijnstillers die pijn stimuleren. En dat is ook gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, dus niet zomaar een ‘geloof’. Of dat effect bij mij meespeelt weet ik niet. Maar ik ben er wel benieuwd naar.

Het is een gek idee, om hier voor de komende twee weken te zitten. Los van mijn gezin. Ik ben nog nooit zo lang ‘van huis’ geweest, weg bij partner en kinderen. Voor hen is het ook pittig, een papa die voor hun gevoel ‘zo lang’ weggaat. Maar ze snappen ook dat het voor een goed doel is.

Daar zit ik dan. Bijna tijd om opgehaald te worden en de groep in te gaan. Natuurlijk ben ik ook daar rete-nieuwsgierig naar. Wie zitten er nog meer? Heb ik daar een klik mee? Hoe zit een gemiddelde dag er uit bij Novadic-Kentron? Wat ga ik allemaal meemaken? Hoe lang ben ik hier? Hoe reageert mijn lijf op minder pijnstilling?

Over een week of twee heb ik de meeste antwoorden. Niet dat ik dan al volledig afgebouwd ben…indien mogelijk. Dat is een proces van meerdere maanden.

Dit is de start.

Zo beginnen mijn notities, noem het een ‘dagboek’ of noem het iets anders, op 14 november 2023.

Inmiddels is het eind december en ben ik alweer enkele weken thuis. ‘Over een week of twee’ werden uiteindelijk drie weken. Mijn oude middelen zijn ‘omgezet’ naar één nieuw opiaat. Dat wat lichaamsvriendelijker is (qua bijwerkingen) maar vooral…beter af te bouwen in, met kleinere tussenstapjes. Dat proces volgt dus de komende maanden.

Voor wie mij een beetje kent: mijn ‘kliniek-notities’ zijn behoorlijk uitgebreid geworden. Wat ik daar ooit mee ga doen, óf ik daar ooit iets mee ga doen, dat gaat de toekomst uitwijzen.

Maar in dit blog wil ik het graag hebben over hoe je in de zorg écht het verschil maakt. Over gezien worden. En uiteindelijk over de mens achter de patiënt.

eerst nog even terug…wat was er ook alweer aan de hand?

De afgelopen weken van mijn leven waren op meerdere fronten ‘roerig’, om het zo te zeggen. Voor wie het niet weet: ik verbleef in een verslavingskliniek, bij Novadic-Kentron in Vught.

Jij? Verslaafd? Echt waar?

Ja. Echt waar. Ik ben verslaafd aan…pijnmedicatie, opiaten.

Al vind ik ‘verslaafd’ in mijn hoofd een nog steeds wat gek woord. Maar, toegegeven, ik heb ze wel nodig om dagelijks te kunnen functioneren. Over mijn leven met chronische pijn schreef ik al veel vaker. En al eerder schreef ik over ‘het gevaar morfine’ en over mijn pijnspecialist.

Maar opiaten hebben toch hun functie?

Ik heb drie weken in de kliniek gezeten, om een start te maken met de afbouw van opiaten. Opiaten die ooit, jaren geleden, hun duidelijke functie hadden. De pijn dempen, ademruimte geven om te kunnen leven. Want die pijn was niet te harden. Maar de opiaten verloren op een gegeven moment een beetje hun functie, is de theorie. Mijn centrale zenuwstelsel is op hol geslagen, door een inwendig beschadigde zenuw. Die blijft maar pijnprikkels zenden…maar die worden inmiddels door het zenuwstelsel én ook door de opiaten nog eens versterkt doorgegeven. Méér pijn dus, juist door de opiaten. Dat noemen ze ook wel opiaat-geïnduceerde-hyperalgesie.

Tot zover de theorie. In de praktijk van alledag betekent dat een leven met altijd pijn. Iedere dag, iedere week, iedere maand, jaar in jaar uit. Wisselend in intensiteit, gelukkig, maar ook doodvermoeiend.

Een leven mét pijn maar zónder opiaten, is dat mogelijk?

Ik werd langzaamaan nieuwsgierig naar een leven zónder opiaten. Wat zou er, onder die berg aan medicatie, aan échte pijn zitten? Nog net zo hevig als toen? Of toch wat veranderd? De pijn voel ik iedere dag, maar…is die nou stevig gedempt door de opiaten? Extra sterk gemaakt, dóór de opiaten? Is die pijn ook te handelen met minder opiaten? Of zelfs zonder, als de theorie van hyperalgesie klopt? De bijwerkingen van de medicatie werden gaandeweg steeds heftiger. Geen lange termijn oplossing dus.

En het feit dat hyperalgesie optreedt en mijn zenuwstelsel overprikkeld is gaf ook weer een soort nieuwe hoop. Hoop die ik eigenlijk al lang had afgeschaft. Want 25 tot 30 behandelloketten hadden niets uitgehaald. Maar wat nou als door te minderen met opiaten, de pijn ook nog hanteerbaar blijft, of zelfs minder wordt? De bijwerkingen ook weer wegtrekken? Die hoop nestelde zich in mijn hoofd.

Afbouwen dus. Maar wel met hulp.

Mijn huisarts gaf me zetjes. Al enkele keren. “Koert, is het niet een idee om eens te proberen…”

Een paar keer schreeuwde mijn hoofd “NEE!” Ik had net een soort van balans gevonden…daar gaan we niet wéér aan rammelen.

Tot het moment dat ik zóveel last kreeg van bijwerkingen van de morfine, dat ik op zijn voorzetje antwoordde “Misschien moet ik toch maar eens…”

De aanmelding bij het pijnprogramma van Novadic-Kentron volgde. Al snel kon ik er terecht voor 1:1 gesprekken met een pijncoach, groepsgesprekken met lotgenoten onder begeleiding van pijnbehandelaren, virtual reality om nieuwe breinpaadjes aan te maken. En uiteindelijk startte dus op 14 november de daadwerkelijke afbouw in de kliniek.

Verschil maken in de zorg: gezien worden

‘Zij Maakt Het Verschil’.

Dit liedje van “de Poema’s”, een samenwerking tussen Acda&deMunnik en Van Dik Hout, ging regelmatig door mijn hoofd in de kliniek. Het lied is geschreven door Paul de Munnik en Martin Buitenhuis.

De tekst zal vast volledig anders bedoeld zijn, maar het refrein-achtige ‘Zij maakt het verschil’ zong rond in mijn hoofd. Een watterig hoofd vaak, door de invloed van de opiaten. ‘Hersenmist‘, ook zo’n leuke bijwerking.

In de kliniek, op de ‘detox-afdeling’ waar ik zat, was het gedurende de week een komen en gaan van groepsbegeleiders, artsen, arts-assistenten, psychologen…wel 20 tot 25 gezichten. Moet ook wel, als je 24/7 in de running bent, natuurlijk ook in het weekend. Ik vroeg eens of ze wellicht een ‘smoelenboek’ 🙂 hadden…want ik ben niet zo goed in namen en gezichten. Was er (nog) niet.

Maar al snel, gaandeweg de eerste week, merkte ik toch ook verschil tussen al die medewerkers. Allemaal even professioneel, allemaal even lief en behulpzaam. Echt.

Maar je had medewerkers die gewoon professioneel bezig waren, de procedures volgden, handelden naar de letter van de Novadic-‘bijbel’. Niets mis mee, effectief.

En je had Novadiccers (heten ze zo?) die mij niet alleen als ‘cliënt’ zagen…maar ook als méns.

Die informeerden naar wat mij bezighoudt.

Wat het thuisfront er van vindt.

Waarom ik doe wat ik doe, in en buiten de kliniek.

Of ik het misschien leuk vind om in de kliniek muziek te maken…want dat is toch ‘jouw ding’…dat kan geregeld worden.

Met welke drijfveer ik me inzet voor mede-pijnpatiënten. Waar we precies aan bouwen met de LPO.

Hoe ik mijn leven normaal gesproken inricht.

Welk eten ik lekker vind.

Wat mijn jongste dochter Jans vond van het meest recente bezoek aan de kliniek, waar ze mijn slaapkamer even mochten zien (ook al mocht dat volgens de regels niet).

Hoe ik het bezoekje van mijn vrienden aan de kliniek had ervaren. En zij andersom.

Welke muziek ik op had, tijdens mijn wandelingen rondom de kliniek.

Of ik misschien zin had om ‘Kamp Vught’ te bezoeken (als de medicatie-afbouw het toestaat worden pijnpatiënten juist gestimuleerd er op uit te gaan).

Wat ik zoal doe om mijn leven met pijn niet helemaal om de pijn te laten draaien.

Wat ik eigenlijk van het Novadic-pijnprogramma vind; of er verbeterpunten zijn.

Of ik nog andere hobby’s heb, naast muziek en schrijven.

Zo maak je dus het verschil in de zorg

Deze medewerkers, het waren er meerdere, zagen mij als méns. Als méns met een opiaatverslaving, niet alleen als ‘cliënt’.

Dat leverde regelmatig leuke gesprekken op. Die net iets te lang duurden voor de tijd die er voor stond. Gesprekken waarin ik meer van mezelf liet zien. Gesprekken waar af en toe ook door mijn teksten heen werd geprikt. Gesprekken waarin zij zichzelf ook kwetsbaar durfden op te stellen; vertelden over wat hen zoal bezighield.

Natuurlijk, áltijd met een zekere mate van professionaliteit, dat snap ik heel goed. Maar dat menselijke: ik vond dat heerlijk. En juist die medewerkers maakten voor mij het verschil. Maakten ook bij mij een verschil, in het kijken naar opiaatverslaving. Maar óók in het kijken naar de zorg in het algemeen en wat er nodig is om de cliënt weer mens te maken.

Zij maakt het verschil’. Ik ga natuurlijk geen namen noemen. Het zijn er meerderen en ze weten, persoon voor persoon, heel goed wie ik bedoel. En nogmaals: niets ten nadele van de andere medewerkers.

Aandacht voor de mens maakt de zorg effectiever

Je hoeft de krant maar open te slaan en je leest verhalen van zorgmedewerkers die aangeven ‘bijna geen tijd meer te hebben voor het menselijke aspect in de zorg’. Alles moet snel, efficiënt, doelmatig en voldoen aan 1001 regeltjes.

Beleidsmedewerkers willen inmiddels ook wel weer af van een deel van die 1001, maar ja…hóe? Het zit zo dichtgetimmerd. Het móet ook zo efficiënt, om überhaupt te kunnen voldoen aan de enorme en nog altijd groeiende zorgbehoefte van alle Nederlanders.

Terwijl je met wat meer aandacht voor het menselijke aspect, zoveel meer bereikt:

  • In eerste instantie bij de ‘patiënt/cliënt’, die coöperatiever en opener wordt. Waardoor je behandeling, in welke vorm dan ook, beter aankomt.
  • In tweede instantie bij de zorgmedewerker zelf, die weer meer werkgeluk ervaart, af en toe weer wat tijd heeft én ervaart om even te gaan zitten en een gesprekje te voeren van mens tot mens.
  • In derde instantie bij de zorgaanbieder, die betere behandelresultaten kan laten zien en zorgmedewerkers in dienst heeft die weer blij zijn met hun werk. En dus blijven.

Maar ja…hóe dan Koert?

De zorg wordt overvraagd, de kosten rijzen de pan uit, er is een groot medewerkerstekort, de regels en procedures moeten aansprakelijkheden uitsluiten. Toch?

Ik heb ook niet de zorgwijsheid in pacht. Ik zie en ervaar veel als patiënt in de zorg, en tegenwoordig ook als ervaringsdeskundige. Maar ik stel me ook zo voor dat er aan allerlei beleidstafels al voortdurend ongelooflijk veel wordt nagedacht over hoe die zorg efficiënter kan.

We zijn denk ik doorgeschoten met het over-regelen van de zorg. Moeten terug naar de menselijke maat. In welk zorggesprek dan ook: zoek naar de mens achter de patiënt en je gaat geheid meer bereiken. Maar dan moet je wel durven. En de ruimte krijgen, van die beleidstafels.

De (pijn)patiënt wil gezien worden als mens…

Juist ook de pijnpatiënt wil in zijn of haar pijnzorg weer als mens gezien worden:

  • bij de huisarts, vaak het eerste vangnet voor mensen met aanhoudende pijnklachten: een goede en brede inventarisatie van factoren die meespelen rondom de pijn kan een juiste richting geven voor benodigde behandeling (in plaats van het snelle pilletje)
  • bij de neuroloog, orthopeed, hoofdpijnspecialist of rugdokter: want zeker bij chronische pijn gaat het om méér dan de ‘medisch-technische oplossing vinden’
  • bij de pijnpoli, pijnspecialist: chronische pijn is immers bio-psycho-sociaal…álle elementen tellen mee en de tijd van de ‘quick fix’ die niet blijkt te helpen op de langere termijn mag echt voorbij zijn
  • en ook in de kliniek, als die ellendige opiaten tot zoveel problemen hebben geleid dat het weer hoog tijd is voor afbouw: ook dat blijkt vooral mensenwerk, naast de technische aspecten van de omzetting c.q. afbouw
Uit een peiling van de Landelijke Pijn Organisatie onder pijnpatiënten komt naar voren dat zes van de tien wensen t.a.v. de pijnbehandeling te maken hebben met dat menselijke aspect…

Beste behandelaar, wil je…

1. Echt goed naar me luisteren, oprechte interesse tonen en doorvragen, me daarbij aankijken (en niet naar het computerscherm), en dóórvragen?

3. Samen met mij bekijken wat ik graag weer zou willen kunnen doen, zodat we samen haalbare doelen kunnen stellen en daarvoor een plan kunnen opstellen. En als die doelen te groot zijn, samen na te denken over haalbare tussenstappen?

4. Er begrip voor hebben dat ik last heb van negatieve emoties (zoals verdriet, angst, frustratie en boosheid), die bijna onvermijdelijk zijn als je altijd pijn hebt?

7. Je inleven in wat de aanhoudende pijn met al zijn beperkingen voor mij en voor mijn leven betekent?

8. Oog hebben voor mijn partner en mijn kinderen en hen bij de behandelingen betrekken?

10. Je realiseren dat de pijn voor mij slechts de helft van de ellende betekent? Dat het verlies van werk, sport en vrienden minstens zo erg is?

Oók de behandelaar wil gezien worden als mens…

Wat me ook enorm opviel, was dat niet alleen ik als ‘cliënt’ graag wil worden gezien als mens…maar dat ook de begeleider/behandelaar dat wil. Ik schreef al: natúúrlijk is die begeleider eerst en vooral professional die goede zorg moet bieden.

Maar geregeld in die drie weken had ik een gesprek dat niet zozeer over mij ging, maar over die behandelaar. Ook medewerkers durfden zich kwetsbaar op te stellen, deelden wat hen bezighield, in hun werk, maar soms ook qua privé. Natuurlijk maakten ze daar keuzes in wat wel en wat zeker ook niet werd gedeeld en zullen ze dat misschien niet bij iedereen doen.

Maar ik merkte dat, wanneer je zelf ook vragen stelt, ook de Novadic-medewerkers zich durfden te laten zien. En juist ook hun menselijke aspect durfden te benoemen, hun behoeftes, twijfels, zorgen. Zakelijk…en soms ook privé.

En juist die opstelling zorgde voor een connectie die op dat moment niet alleen voor hen, maar óók helpend was in de zorg voor mij als cliënt in een behandelcentrum.

Entree bord van Novadic-Kentron in Vught

De zorg is bij uitstek mensenwerk…dus laat het dat ook zijn!

In de kliniek heb ik veel gezien. Veel menselijk ‘leed’, in allerlei vormen. En nee, dat was niet allemaal kommer en kwel. Ik heb heel veel gelachen, soms tot tranen toe. Er was veel zelfspot. Ik heb me verbaasd over al die overeenkomsten tussen ‘soorten verslavingen’. Al op dag 2 of 3 gooide ik al mijn vooroordelen -die ook ik uiteraard had- over het leven in een verslavingskliniek overboord.

Maar ik heb vooral veel mensen gezien. Alcoholverslaafden, drugsverslaafden, opiaatverslaafden: het zijn mensen met issues. En of dat nu pijn, een scheiding, misbruik of een ander trauma is: als het leed groot is gaan mensen verdoven. En uiteindelijk worden ze dan als mens ook cliënt, patiënt. Om geholpen te worden.

Wie mij een beetje kent weet dat ik ook goed geobserveerd heb. Ik heb geluisterd naar verhalen van mensen, soms heel indrukwekkend. Ik heb ook gekeken naar hoe medewerkers zich opstellen. Hoe procedures en regeltjes vaak nuttig zijn, maar soms doorschieten. Ik heb gezien wat er beter kan, anders kan…en dat ook gedeeld. Ik werd gevraagd naar verbeterkansen voor het pijnprogramma…en als je mij die vraag stelt komt er al snel véél 😉 Maar in de basis is het pijnprogramma van Novadic-Kentron al prima en behoorlijk uniek. En ik werd door individuele medewerkers gevraagd naar hun eigen functioneren. Wat gaat goed, wat kan er vanuit mijn perspectief nog beter in dat mensenwerk?

Ik heb in deze verslavingszorg vooral mensen gezien. Mensen met een zorgvraag. En mensen aan het werk in die zorg. Daar waar het écht om mensen ging, lag de beste connectie.

Je maakt het verschil in de zorg als het weer meer over mensen mag gaan. Als jij goed de mens ziet en blijft zien achter je cliënt of patiënt, dan zal die uiteindelijk zeggen: juist zij maakt het verschil.

Verschil maken in de zorg: deel je ervaringen

Ik ben heel benieuwd of jij soortgelijke ervaringen als die van mij hebt gehad in de zorg.

  • Welke mensen maakten voor jou het verschil…en waarom?
  • Had dat ook met het menselijke aspect te maken, zoals ik beschrijf? Of juist met hele andere dingen?

En als je zorgmedewerker bent, arts, behandelaar, begeleider of op een andere manier betrokken in de zorg:

  • Waar denk jij aan als je bovenstaande leest?
  • Op welke manier besteed jij in jouw dagelijkse zorg aandacht aan het menselijke aspect?
  • Hoe zie jij de mens achter jouw cliënt of patiënt?
  • En welke behoeftes heb jij zelf? Durf jij jouw mens achter de zorgprofessional te laten zien? Zo nee: wat houdt je tegen? Zo ja: wat levert dat op, denk je?

Deel je ervaringen via de reactiemogelijkheid onderaan, of neem contact met me op. Ik vind het altijd leuk ervaringen van anderen te lezen!

Meer lezen over het verschil maken in de zorg

De zorg is al jaren kosten-gedreven: alles moet zo effectief en efficiënt mogelijk. Maar zorg – goede zorg – dient naast zinnig en zuinig in de eerste plaats ZORGZAAM te zijn.

Stel je eens voor, zorg zonder HART. Hoe dan?

Met de onafhankelijke beweging HART voor de GGZ hopen wij een bescheiden bijdrage te leveren aan een betere, menswaardige ggz. Aan meer herstel en herstelondersteunende zorg in de ggz.
Laten we weer met passie en vanuit compassie werken. De ander behandelen zoals we zelf behandeld willen worden, Ook met kleine dingen kunnen we al een groot verschil maken.

Website Hart voor de GGZ

2 gedachten over “Het verschil maken in de zorg: zo doe je dat

  1. Ik heb het weer met belangstelling gelezen en hier wat voorbeelden van mij.
    Mijn huisarts is in de loop van de jaren steeds meer interesse gaan tonen en zij volgt ook cursussen om wat toe te voegen, bijvoorbeeld hypnose om kinderen te helpen die een prik weten krijgen te helpen. Maar ze is ook geïnteresseerd in hoe wij eten, omdat ons cholesterol goed bleef zonder medicatie. En zo zijn er nog meer voorbeelden, soms vertelt ze wat uit haar zelf over haarzelf en dat vind ik prettig.
    Mijn neuroloog (afgelopen november-december) begreep mijn angst voor een mri. ik had aangegeven NOOIT MEER. Maar hij moest een mei hebben om mijn vragen te kunnen beantwoorden en gaf aan radiologie door dat ik verwezen kon worden naar een open mri. Ze zouden bellen…. nee ik kreeg een uitnodiging, voor de gewone…. mijn man heeft gebeld en verteld dat ik vorige keer een behandeling van de meri afgebroken heb. Ze kon het terugvinden en dan wat genoeg voor een verwijzing naar Diasama in Mill, daar hebben ze een open MRI. Het gaat dus ook om geld, want het moet betaald worden.
    Normaal slaap ik heel wat uren op 1 pilletje Diazepam…. nu had ik er 2 op en nog steeds stond ik stijf van de angst. Dat ding werd over mijn hoofd geschoven en ze zag dat ik in paniek raakte. Frans mocht naast me zitten en kon mijn hand vasthouden en me steeds strelen om erbij te blijven. Na afloop moest ik huilen en de verpleegkundige was helemaal verbaasd…… “Oh u heeft het echt erg……” En daar zat de angel…. wat denk je dan??? Dat ik voor mijn lol een verwijzing vraag? Het heeft me sloten energie gekost.
    Maar dankbaar dat de neuroloog me wel begreep. Ik weet waar de angst vandaan komt maar dan nog. Ik ben benieuwd naar het vervolg van jouw verhaal Koert.
    Ik krijg je mails al dus vandaar onderdaan niet meer aangeklikt.
    Hartelijke groet!

    1. Mooie voorbeelden Miriam, dank daarvoor! Je laat mooi zien dat het echt mensenwerk is. En dat het zóveel verschil maakt als mensen echt even met je meedenken, ipv hun standaard procedures volgen.

      En deze speciale MRI -tegen vast hogere kosten- werd dus ook vergoed, begrijp ik. 👍

Wat vind jij?

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.