Geschatte leestijd: 16 minuten.

Kennis is macht. Maar op het gebied van chronische pijn betekent meer kennis ook nog iets anders: minder pijn. En nee, dat is geen garantie. Maar wanneer je kennis opbouwt over hoe pijn werkt en welke methoden er allemaal zijn om chronische pijn te benaderen, maak je vaak bewustere keuzes. En dat betekent soms ook bétere keuzes.

Als er één positief aspect is aan de corona periode, vind ik dat het feit dat veel presentaties -noodgedwongen- online worden gegeven. En als iets toch al opgenomen wordt, dan ook maar direct online breder aanbieden. Zeker op het gebied van chronische pijn is dat prettig; er is meer online te bekijken en het scheelt de chronisch pijnpatiënt veel reistijd en ongemakken. Bij het Isala ziekenhuis in Zwolle hebben ze dat al veel eerder begrepen. Al in 2012 werden er onder de noemer “Isala Publieksacademie” lezingen gegeven over allerlei onderwerpen. Ook chronische pijn kwam aan bod, met een combilezing door Harry Naber en Gerrit Keizer.

En hoewel de lezingen alweer bijna gedateerd lijken -in tien jaar tijd kan er veel veranderen aan medische inzichten- blijken de presentaties nog verrassend actueel. De principes achter de pijnbehandeling door het Isala Pijncentrum staan acht jaar later nog steeds overeind.

Allereerst een samenvatting van beide lezingen, die op dezelfde ochtend (10-04-2012) vlak na elkaar werden gegeven.

Aansluitend op de twee lezingen was er een vragenronde, waarin onderstaande vragen aan bod kwamen:

Van acute pijn naar chronische pijn – Harry Naber over chronische pijn

Harry Naber is anesthesioloog/pijnarts en werkt al sinds 1999 bij het Isala ziekenhuis in Zwolle (voorheen Sophiaziekenhuis en ziekenhuis Weezenlanden).

Tip: bekijk zeker ook bovenstaande volledige registratie op YouTube van de lezing van Harry Naber. Hij kleedt zijn lezing aan met veel voorbeelden en anekdotes; niet alleen ‘leuk’ om te horen maar het maakt zijn boodschap ook beeldender en tastbaarder.

Wat is pijn?

Pijn is niet een moment, maar een gevoel. De pijnreceptor, het pijngevoel én wat je er vervolgens mee doet: het is één groot geheel. Het is ook een heel delicate balans: pijn en pijnbehandelingen zijn veel meer dan “iets heel eenvoudigs”.

Pijn zie je soms aankomen, soms niet. Pijn is heel individueel, je kan dus nooit iets grofmazigs zeggen over “wat iemand met pijn voelt”. Geen mens is hetzelfde.

Iets wat er heel mooi uitziet, kan ongelooflijk pijn doen. Denk aan een prachtige zee-egel. Ga je er in staan, dan doet de prik zelf pijn, maar ook de pijn van alles wat er omheen stuk gaat: het geheel.

Wat is van invloed op pijn?

Pijn is onderhevig aan het moment dat het gebeurt. De psyche en omstandigheden hebben invloed op het pijngedrag.

Denk aan een gebroken hart, waarbij de pijn naar binnen is gegaan. De pijn is reëel, het pijngevoel is reëel en dus is er ook een reële behandeling nodig.

Dhr. Naber laat een video zien over het moeizame herstel van een patiënt na een botbreuk. Door zwelling en gips duurde het lang voordat patiënt kon gaan bewegen; er ontstond bewegingsangst en te weinig beweging. Met hulp van fysio werd dat beter, maar de pijn bleef: de pijn was chronisch geworden. Rondjes lopen, trappen lopen, het werd allemaal lastig. De patiënt sliep beneden, fietste niet meer naar haar werk. De pijn was reëel, maar de angst versterkte dat. Het verbeterde langzaam na verwijdering van alle schroeven en plaatjes; patiënt durfde weer te gaan bewegen en langzaamaan ging de pijn weer naar de achtergrond.

Hoe ontwikkelt pijn zich?

Pijn is als een druppel in het water die langzaamaan uitdijt. Na de acute pijn komen er langzaamaan allerlei zaken omheen, waardoor acute pijn chronisch wordt.

Onderzoek laat zien dat acute pijn die niet direct behandeld wordt, zich in 15-20% van de gevallen ontwikkelt tot chronische pijn. Die pijn kan 6-12 maanden aanhouden.

Chronische pijn beïnvloedt je leven, je welzijn.

Het is dus héél gevaarlijk, risicovol, om acute pijn niet goed of niet snel genoeg te behandelen.

Hoe wordt pijnprikkel verwerkt?

Pijn ontstaat bv. vanuit een wond → allerlei stoffen en zenuwprikkels komen vrij → die gaan naar het ruggenmerg → daar vinden allerlei processen plaats; de pijn, prikkels en stoffen worden geschakeld, beïnvloed en gaan door naar een volgende cel → 1) dat signaal gaat terug naar zenuw in ruggenmerg met reflex naar ledemaat: “weg bij gevaar” 2) het signaal gaat óók via ruggenmerg omhoog naar hersenen in het netwerkcentrum → signalen worden overgedragen en gaan naar hersenschors: daar word je bewust en voel je de pijn.

Er volgt een reactie van hersenen: stoffen komen vrij op meerdere niveaus in je lijf. Ruggenmerg is actief centrum waar een geheugen kan ontstaan voor de pijn. Het pijnsignaal gaat eerst naar het netwerkcentrum, dan naar de hersenschors.

Hoe ontwikkelt acute pijn zich tot chronische pijn?

Op al die plaatsen (zenuwen, ruggenmerg, hersenschors) ontstaan processen die chronische pijn kunnen ontwikkelen. Er komt doorlopend een prikkel binnen ‘er gaat iets mis’. Als pijn in de zenuw weer oplost maar ergens in het ruggenmerg gaat een pijnsignaal door met zenden, denkt het ruggenmerg “hé, ik krijg weer een signaal via dezelfde zenuw, dat zal wel pijn zijn” → er ís geen pijn meer, maar je ervaart het wel zo. Het is niet meer dezelfde scherpe pijn, maar een doffere, branderige, gemene pijn. Die krijg je ook niet snel meer weg.

Ook in de hersenen kan zo’n pijncentrum ontstaan. Dat is vaak een scherpe, stekende pijn, alsof er nog met messen wordt gestoken.

Je gaat vervolgens het gedrag vermijden dat die pijn triggert.

Alleen maar inzoomen op de zenuw om de pijn weg te halen werkt dus niet meer: een groter gebied is actief. Je “algehele activatiesysteem” wordt getriggerd en bereidt je voor op een reactie.

De pijn in het ruggenmerg of de hersenen wordt daar “onderhouden”, gaat niet makkelijk meer weg, is continu bij je: chronische pijn.

Hoe zit pijn bij een mens in elkaar? Het pijnmodel en de pijncirkels van Löser.

  1. directe pijn: nociceptie: pijn vanuit weefsel zelf, het begin van de pijn
  2. pijngewaarwording: hoe komt de pijn binnen (omstandigheden, kan je doorgaan of niet)
  3. pijnbeleving: wat hou je er aan over: wat ga je er mee doen, hoe ga je er mee om
  4. pijngedrag: hoe pas je gedrag aan omdat je pijn hebt (bv. isoleren, of juist aandacht geven)

Ofwel:

er is letsel → dat leidt tot pijn → dat leidt tot aanpassing van gedrag → als dat te lang duurt heeft het impact op je leven.

Wat doet een pijnkliniek?

Normaliter buigt een team van artsen zich over je heen om te gaan sleutelen.

Bijvoorbeeld het Isala ziekenhuis, maar eigenlijk alle pijncentra in en buiten Nederland, werken met een breder pijnteam.

  • huisarts: is beschouwend ten aanzien van jou als mens, voor wat betreft je welzijn
  • regieverpleegkundige: is de ‘spin in het web’: afspraken, juiste volgorde van afspraken, data, etc.: zorgt dat het team z’n werk kan doen
  • neuroloog, orthopeed
  • fysiotherapeut
  • ‘prik’dokter
  • psycholoog of psychiater → bv. gedragstherapie inzetten, spiegelfunctie

Pijn invalideert. Je bent wel gek als pijn je niet gek maakt; pijn invalideert.

Je omgeving durft vaak niet door te pakken in het proces van herstel. (Opbouwende) kritiek geven terwijl je het al moeilijk hebt is vaak erg lastig. Een psycholoog of psychiater kan dat wel. Zijn rol is om de gevolgen die pijn op je leven heeft duidelijk te krijgen, bij jezelf en je omgeving. Het gebeurt regelmatig dat je dat zelf niet zo goed door hebt. Soms kan hij met gedragstherapie ingesleten gedragspatronen veranderen, samen volgende stappen zetten.

Het pijnteam neemt sámen een beslissing over in te zetten behandeling.

Op welke manier kan medicatie chronische pijn beïnvloeden?

Een van de behandelvormen door het pijnteam kan medicatie zijn. Met medicatie zet je op meerdere niveaus in: hersenen, ruggenmerg en op de plek waar weefsel is beschadigd. Medicatie kan afwisselen, naar gelang van de fase in het behandelproces en plek van de pijn.

  • zenuw verdoven: zodat pijn niet meer in ruggenmerg komt, zodat er geen geheugen voor pijn ontstaat. Begin van chronische pijn ontstaat op moment dat acute pijn ontstaat; dat moet je eigenlijk voorkomen.
  • ruggenmerg: verdovingsmiddelen, morfine-achtige, alpha-II agonisten bv. medicijn voor hoge bloeddruk
  • hersenen: o.a. opioïden, middelen die zenuwirritatie dempen, bv. ook medicijnen die normaal voor epilepsie worden gebruikt.
  • soms worden bv. ook medicijnen gegeven die bloedvaten verwijden, zodat bloed er makkelijker heen kan, afvalstoffen worden afgevoerd en patiënt minder pijn voelt.

Goede uitleg door arts over verschil acute en chronische pijn is belangrijk voor begrip bij patiënt.

Pijnstilling kun je vergelijken met een piramide, met een brede basis en smalle top.

  • laagste trap ibuprofen, paracetamol
  • midden: tussencategorie pijnmedicatie
  • hoog: morfine-achtigen

Manier van inname kan ook belangrijk zijn: zetpil, smelttablet, morfinepleister. Pleister werkt langer (aantal dagen tot week), smelttablet is makkelijk in te nemen en verteerbaar, maar bv. ook je neus (spray) kan heel goed medicatie opnemen en wordt snel verwerkt in je bloed. Medicatie komt dan niet eerst in je maag en lever, die er op gericht zijn om medicijn uit je lijf te werken.

Welke fasen zijn in pijnbestrijding te onderscheiden?

  • fase 1: basis: diagnose, pijnstillers, oefenprogramma’s, fysiotherapie, TENS stimulatie, kennis en gedragstherapie
  • fase 2: kortdurende pijnbehandeling, bv. een prik, branden, wat zwaardere medicatie
  • fase 3: zwaardere ingrepen: neurostimulator, operatie, pijnpompen

‘De wonderprik’ bestaat niet, maar je kan wel stapsgewijs pijn veranderen.

Hoe geef je aan hoeveel pijn je hebt? Vaak door een cijfer te geven, score van 0 tot 10. Dan heb je iets meetbaars in handen om pijn naar beneden te krijgen. Nadeel is dat je zelf dat cijfers wilt en kunt beïnvloeden, waar andere factoren ook een rol bij kunnen spelen.

Alternatief: score bepalen ahv pijn-smileys. Bevat minder de psychische gedachte.

Belangrijk is om altijd de patiënt erbij te betrekken: wat ga je doen, wat verwacht je daarvan, wat is niet te verwachten. Wees helder en voorkom shopgedrag. Er zijn geen wondermiddelen, ook al worden die soms wel te koop aangeboden. Bv. acupunctuur werkt soms, maar op heel bescheiden manier. Soms werkt placebo-effect, dat met positieve reviews dan weer wordt uitvergroot.

In de literatuur wordt een behandeling soms afgeserveerd ‘omdat het maar in 30% van de gevallen werkt’ -maar ja, je zult maar 1 van die 30% zijn. Een ervaren iemand kan je daarin begeleiden: wat kan in jouw ‘case’ het verschil maken.

Medicatie leidt vaak tot bijwerkingen, die soms erger dan de pijn zijn; bereid een patiënt daar op voor. Van sommige geneesmiddelen weet men gewoon nog niet goed hoe het werkt, bv. paracetamol. Maar het wérkt wel!

Pijn is een totaalsysteem in je lichaam waar heel veel factoren op inwerken; te simpele voorstelling van zaken is gewoon niet reëel. Daarom is een combinatiebehandeling met verschillende insteken in de pijnbestrijding zo essentieel.

Tip: ook Bart Morlion bespreekt in zijn boek PIJN nut en noodzaak van een multidisciplinaire pijnbehandeling; lees de samenvatting van PIJN!

Van PijnCentrum naar PijnVRIJCentrum– Gerrit Keizer over chronische pijn

Gerrit Keizer is anesthesioloog/pijnarts bij het Isala ziekenhuis in Zwolle.

In 1986 liep dhr. Keizer zijn eerste co-schap bij reumatologie – daar heeft hij veel ervaring met pijn opgedaan: reuma, vaatafwijkingen etc. Meeste indruk maakte patiënt van <20 met pijnlijk been. Gezond, sportief, met van de ene op andere dag een gezwollen, warm, pijnlijk been. Veranderde naar blauw en heel koud. Veel onderzoek in academisch ziekenhuis gedaan; er was niks te vinden. Einddiagnose post-traumatische dystrofie, dat heet tegenwoordig CRPS-type 1 (complex regionaal pijnsyndroom). Men wist simpelweg niet hoe dit te behandelen; het advies was een combi van fysiotherapie, pijnstilling en evt. een placebo.

Wat is pijn?

Er bestaan ook mensen die géén pijn kunnen voelen. Je hebt pijn nodig om te kunnen overleven, maar pijn ‘als gevangenis’ is een ander verhaal. Het invalideert.

Vanaf je geboorte leer je wat pijn is, maar niemand kan je echt vertellen wat pijn nu is. Je weet dat pijn gevaarlijk is en dat je een pijnstiller kunt nemen om minder pijn te voelen. Nog steeds weten we niet goed hoe het werkt, maar het werkt wel.

Pijn wordt pas een probleem als het de hele dag aanwezig is, of elke keer terugkeert. Dan wordt het onverdraaglijk.

Welke ziektebeelden gaan met pijn gepaard?

  • CRPS-1: onverklaarbaar opgezwollen onderdeel van je lichaam dat pijn doet, vaak iets roder of juist blauwer, temperatuur is anders dan normaal. Levert rare pijnen op: kriebelende mieren, branderig gevoel.
  • Gordelroos: pijn gaat via één zenuw, gordel om je lichaam; pijnlijk schraal gevoel, daarna blaasjes gevuld met vocht en virus. Ontstaat na waterpokken-infectie. Virus gaat via zenuw naar huid.
  • Trigeminus neuralgie: alles wat je aanraakt doet pijn; in zenuwtakken treedt pijnsyndroom op.
  • Fibromyalgie: pijnlijke drukplekken: spieren, botten
  • Multiple Sclerose: aangetaste zenuwen doen pijn
  • Letsel ruggenmerg
  • Hersenletsel

Hoe meet je iets als ‘pijn’?

Pijn wordt altijd in de hersenen geregistreerd, het zit dus áltijd (letterlijk) tussen je oren.

Dat kan je met f-MRI zichtbaar maken: functionele MRI. Met kleine prikjes kan je registreren wat er in de hersenen gebeurt: de pijn van de prikjes zorgt voor een toenemende hersenactiviteit. Dat verbruikt zuurstof, daardoor neemt doorbloeding toe, daarmee zit er meer hemoglobine in -en dat kan je meten.

Waarom krijgen sommige mensen chronische pijn en anderen niet?

Er is een aantal risicofactoren:

  • de intensiteit van de initiële pijn (het letsel)
  • leeftijd: hoe ouder, hoe meer kans
  • de oorzaak van de pijn -bv. een bloeding in de hersenen
  • het feit of je man of vrouw bent: chronische pijn komt iets meer bij vrouwen voor
  • psychosociale factoren: hoe voel je je; als je niet lekker in je vel zit heb je meer kans op het ontstaan van chronische pijn; bv. je relatie, het feit dat je ontslagen wordt of ontslag dreigt
  • erfelijke aanleg

Hoe wordt pijn verwerkt in je lichaam?

In je ruggenmerg wordt een pijnsignaal onderdrukt of juist versterkt doorgegeven. Er zijn centra in hersenen die pijn tegengaan, pijnprikkels onderdrukken; dat gaat de hele dag door, onbewust. Soms slaat dat juist op hol, waarbij letterlijk bijna alles pijn doet, iedere aanraking. Er is een mechanisme in je centrale zenuwstelsel dat kan helpen om pijnsignalen te onderdrukken. Zo’n mechanisme kan je ook met bijvoorbeeld een placebo activeren. Daarmee kan je chronische pijn ook weer tegengaan.

Als mensen veel vertrouwen in jou als arts of behandelaar hebben, kan je de werking van dit mechanisme ook weer beïnvloeden.

De zenuwpunten waar de pijnsignalen doorheen gaan hebben alleen ook andere functies, bijvoorbeeld rondom het reguleren van emoties. Krijg je plotseling heftige pijn, dan word je angstig -die gevoelens spelen ook mee bij de verwerking van pijnsignalen. Duurt dat gevoel lang, dan kan je depressie ontwikkelen, of slapeloosheid. Heb je veel en lang pijn, dan vermindert je vermogen tot diepe slaap -en word je dus minder uitgerust wakker.

Wat zijn voorbeelden van behandelvormen bij chronische pijn?

Allereerst is een inzicht in hoe pijn werkt pijn belangrijk: je kunt als patiënt zelf veel beïnvloeden: “Baas in eigen brein”. Is er onherstelbare schade in je lijf, dan lukt dit echter niet meer.

  • bij een hernia (radiculair pijnsyndroom) kan je de zenuwwortel heel gericht behandelen.
  • je kan neuromodulatie inzetten: met elektrische signalen ruggenmerg bewerken, zodat pijnsignalen er niet meer langs kunnen. Werkt goed bij bv. pijn op de borst.

Pijn is een gevangenis. Je wilt dus bevrijd worden. Dát is doel van pijnkliniek Isala: pijnvrij worden. Men spreekt bij Isala dus niet over het PijnCentrum Isala, maar over het PijnVRIJCentrum Isala.

Vragen aan Harry Naber en Gerrit Keizer

Wat moet je doen als je bij een reguliere specialist niet verder komt qua behandeling van pijnklachten?

Dhr. Keizer: heb geen schroom, bespreek het met de specialist en vraag om doorverwijzing naar een pijncentrum. Het gaat om jouw leven, om jouw pijnklachten.

Welke criteria zijn er om doorverwezen te worden naar een pijncentrum en wie verwijst?

Dhr. Keizer: er is maar één criterium: pijn hebben. Zo simpel is het; vraag dus om die verwijzing als je niet verder komt met je pijnklachten. Dhr. Naber vult aan: vaak is het de huisarts die primair doorverwijst, in samenspraak met jou als patiënt. Hij kent jouw verhaal en (behandel)geschiedenis en kan in de verwijzing specifieke omstandigheden meegeven die belangrijk zijn voor het pijnteam.

Zit de patiënt eigenlijk ook in het pijnteam?

Dhr. Naber: Altijd. Het is niet zo dat je meevergadert in het team; vaak heb je één aanspreekpunt. Dat aanspreekpunt is een lid van het pijnteam, die de meningen van andere leden ophaalt en met je bespreekt. Als iemand denkt een bijdrage te kunnen leveren aan de behandeling van jouw pijn, gaat dat via het aanspreekpunt naar jou als patiënt. Natuurlijk heb je daarin zelf inspraak.

Hoe zorg je ervoor dat anderen je pijn serieus nemen?

Dhr. Naber: pijn is altijd je eigen beleving. Wil je dat anderen jou serieus nemen, neem dan zelf die ander ook serieus. Vertel wat de pijn met je doet, maar zie de ander ook als een spiegel die jou nuttige input kan leveren. Misschien zie je zelf gedrag over het hoofd dat bijdraagt aan je pijn; geef de ander ruimte om dat met je te bespreken. Dat is moeilijk, maar essentieel als je begrip van de ander wil.

Wat kan je doen tegen bijwerkingen van pijnmedicatie?

Dhr. Naber: Heb je heftige bijwerkingen van een medicijn (jeuk, misselijkheid, geen eetlust e.d.), check dan of er andere toedieningsvormen zijn met dezelfde werkzame stof. Denk aan een neusspray, of een pleister (patch). Misselijkheid komt vaak voort uit het feit dat een medicijn in één keer een hele hoge dosering afgeeft van de werkzame stof, waarbij een pleister de stof meer geleidelijk afgeeft (een constante spiegel opbouwt).

Komt chronische pijn ook veel bij kinderen voor?

Dhr. Keizer: bij kinderen komt fantoompijn voor, na een amputatie. Maar tegelijkertijd is bekend dat bij kinderen onder de 7 jaar géén fantoompijn optreedt; blijkbaar is er iets in de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel dat daar een rol bij speelt.

Hoe kan fibromyalgie (weke delen reuma) worden behandeld?

Dhr. Keizer: de origine is nog onbekend maar met name de verstoring van de hele diepe slaap door de pijn speelt daarbij een rol. Chronische pijn zorgt er voor dat je veel minder diep slaapt, je wordt vaker (bijna) wakker. Fibromyalgie zorgt er voor dat het aantal keer dat je ‘s nachts wakker wordt verder toeneemt, tot wel 50x per nacht. Ook droom je dan meer; dromen komen met name voor bij minder diepe slaap. Medicatie kan er bij helpen om de diepe slaap te stimuleren, waardoor je uitgeruster wakker wordt.

(aanvulling door mijzelf: doordat je uitgeruster bent, kan je overdag weer meer; denk bv. aan beweging, vrijwilligerswerk, etc. Dat helpt weer bij het beter omgaan met de chronische pijn, waardoor de kans toeneemt dat deze minder prominent wordt)

Wordt de bestrijding van chronische pijn vergoed en hoeveel behandelingen zijn er nodig?

Dhr. Naber: het valt onder reguliere zorg, zeker de behandelingen in het ziekenhuis. Voor wat betreft fysiotherapie moet je natuurlijk rekening houden met door de verzekeraar gestelde maxima. Een aantal verregaande behandelvormen, bijvoorbeeld het implanteren van een neurostimulator, is heel duur en daardoor is er een beperkt aantal per ziekenhuis mogelijk. De achtergrond daarbij is dat meerdere pijnspecialisten verspreid over het land zo voldoende ervaring kunnen opbouwen met deze behandeling. Dat zorgt helaas voor wachtlijsten.

Het aantal behandelingen is echt heel individueel; dat wisselt sterk per individu en behandelvorm. Het is dus ook echt individuele, op maat gemaakte, therapie.

Wat vinden de specialisten van ‘de Macedonische therapie’ bij CRPS?

Dhr. Keizer: Er is een dame in Macedonië, mevrouw Shinka, die patiënten met posttraumatische dystrofie (CRPS-type I) behandelt met een stevige vorm van manuele therapie: flink bewegen, zonder rekening te houden met de pijn, juist ‘door de pijn heen bewegen’. Het is een vrij hardhandige therapie, die inmiddels ook door een aantal fysiotherapeuten in Nederland wordt toegepast, bedoeld om de functie van met name handen en voeten weer terug te winnen. Ondersteuning tegen de pijnklachten is zeker wel nodig, pijnbestrijding gaat immers om meer dan alleen de functie van ledematen terugkrijgen. De therapie ‘doet gewoon zeer’, dus een sterke motivatie is nodig. Daarmee stimuleer je ook weer het zelfgenezend vermogen van het brein.

Wat zijn eigenlijk de bijwerkingen van paracetamol, het bekende ‘pilletje tegen de pijn’?

Dhr. Keizer: wat veel mensen niet weten is dat je echt maximaal-maximaal 4g per dag mag gebruiken, ofwel 8 paracetamols van 500mg. Neem je meer, dan krijgt de lever echt een te grote klap. Paracetamol is zeer giftig voor de lever. Dhr. Naber: daarnaast krijg je ook regelmatig maagklachten, misselijkheid, een vol gevoel, oprisping. Gebruik je paracetamol in combinatie met andere medicatie (dubbeltherapie, hetgeen goed kan werken tegen pijn) en ben je vaak misselijk, laat dan juist eens eerst de paracetamol achterwege. Los van maag en lever zijn de bijwerkingen van paracetamol bij normaal gebruik vaak onschuldiger: huidirritatie, een milde allergische reactie. Er zijn andere medicijnen met heftiger bijwerkingen, maagbloedingen of nierfalen.

Op welke manieren kan emotie doorwerken op pijn in je lichaam?

Bij chronische pijn, pijn die langer duurt dan enkele weken, gaat je humeur meespelen. Je slaapt slechter, je dag/nacht ritme verschuift, je wordt chagrijnig. Daar reageer je emotioneel op, hetgeen je pijn weer kan versterken. Tegelijkertijd werkt bijvoorbeeld ook een depressie in op je weerstand, je wordt vatbaarder voor ziektes. Je lichaam is continu bezig met herstellen, het herstellend vermogen van je lichaam wordt aangetast en je bent kwetsbaarder. Je laat letterlijk je hoofd hangen en je houding verandert, hetgeen weer van invloed is op je lijf. Je emotionele gesteldheid is dus van invloed op je lijf en daarmee kan pijn worden getriggerd. Maar: het werkt ook andersom, denk bv. eens aan hoe goed je je voelt na een hardloopsessie: lichamelijke inspanning zorgt voor een goed gevoel, je gebruikt je lijf (beweging) om je beter te voelen.

Deel je ervaringen

  • 2012 Lijkt alweer zo lang geleden. Wat vind jij van de inhoud van bovenstaande? Zijn er naar jouw idee nieuwe inzichten in de afgelopen jaren bijgekomen als het gaat om behandeling van chronische pijn?
  • Heb jij ervaring met behandeling van chronische pijn, als patiënt? Zo ja, wat heeft in jouw geval wel of niet gewerkt, en waarom denk je?
  • Heb jij gebruik gemaakt van een pijn(behandel)centrum en/of van een multidisciplinair pijn(management)programma? Wat vond je van de diverse onderdelen van het programma? Ik heb mijn ervaringen al eerder beschreven.
  • Doet jouw ziekenhuis, net als Isala, aan actieve voorlichting en kennisdeling met patiënten? Wat zijn jouw ervaringen daar mee?

Deel je ervaringen via de reacties hieronder.

Meer lezen

Wat vind jij?

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.