Geschatte leestijd: 14 minuten.
De muziekschool. Vroeger, in mijn jeugd, vond je in iedere gemeente een muziekschool. Het bruiste er, er werd volop muziek gemaakt, er waren veel muziekverenigingen. Muziekles hoorde er bij, althans wel in mijn omgeving van een klein dorp (Hoogerheide) en iets grotere stad (Bergen op Zoom) in West-Brabant. In het dorp volgde ik de basis muzieklessen (AMV, Algemene Muzikale Vorming). Voor instrumentles ging ik later naar de grotere stad. Ik hoorde mijn ouders al wel regelmatig klagen dat de muzieklessen zo duur werden. Tegenwoordig zijn veel muziekscholen wegbezuinigd. En die er nog wel zijn, veelal in de grotere steden, zijn haast onbetaalbaar voor ‘de gemiddelde Nederlander’. Muziekles is weer een elite’hobby’. Heeft de muziekschool eigenlijk nog wel toekomst?
Haat-liefde
De muziekschool.
Ik had er altijd een haat-liefde verhouding mee. Ik vond het er heerlijk, lekker muziek maken. Individueel les, samen spelen in muziekgroepen en later bandjes. Merken dat je beter wordt in de beheersing van een instrument. Anderen zien en horen spelen die beter zijn dan jij, dat inspireerde. “Dat wil ik ook kunnen!”. Maar het had anderzijds ook iets “gedwongens”, iedere week weer les volgen, thuis studeren, saaie toonladders spelen, muziektheorie.
Naarmate ik ouder werd, tiener, kreeg ik andere interesses. Die blokfluitles die ik een aantal jaren had gevolgd, eerst sopraan en later alt, was niet stoer meer. Het waren de jaren ’80 vol met synthesizermuziek. Ik wilde toetsen gaan spelen, geen klassiek piano, maar ‘synthesizerles’. Dat wakkerde mijn interesse in muziek weer aan. Ik heb dat nog een aantal jaren volgehouden; eerst met lessen op de muziekschool in Bergen op Zoom, later kreeg ik privéles bij mijn muziekschooldocent, die ook in Hoogerheide woonde, aan huis. Hij had een hele moderne manier van lesgeven; we doken in mijn favoriete muziek en spitten die toetsenpartijen uit, gecombineerd met theorieles. Het hielp ook enorm dat mijn middelbare school, het Mollerlyceum in Bergen op Zoom, veel met muziek deed, een schoolband had waar ik in kon, musicals met live muziek opvoerde, etc.
Zembla over de toekomst van de muziekschool
“Muziek is… Alsof de hemel opengaat”
Trompettist Eric Vloeimans aan het woord in Zembla
Ik kijk naar een uitzending van het onderzoeksjournalistieke programma Zembla, met als titel “Muziekschool in mineur”. Zembla is langsgegaan bij enkele muziekscholen, orkesten en conservatoria. Jett Rebel komt aan het woord, net als trompettist Eric Vloeimans. Wat is er toch aan de hand met het muziekonderwijs?
‘Je hoeft niet naar het theater, je kunt ook thuis gewoon een dvd’tje aanzetten’. Die woorden van minister De Jonge, uitgesproken in april 2021 tijdens een coronadebat in de Tweede Kamer, hebben tot grote verontwaardiging in de culturele sector geleid.
Volgens veel musici en theatermakers werd eens te meer duidelijk hoe weinig waardering de politiek heeft voor cultuur in ons land. En het is niet de eerste keer dat kunst en cultuur het kind van de rekening is. Zo hebben bezuinigingen vanaf 2011 ertoe geleid dat op veel plekken zelfstandige muziekscholen verdwijnen. De gevolgen daarvan zijn aanzienlijk. Niet alleen voor de toegankelijkheid van het muziekonderwijs, maar ook voor de conservatoria en de orkesten in ons land.
Zembla onderzoekt in dit programma van ruim 30 minuten of de muziekschool in ons land nog toekomst heeft. Voor wie, net als ik, veel heeft met ‘muziek’ een heel interessante uitzending. In dit blog een impressie, aangevuld vanuit andere bronnen en mijn eigen indrukken.

Opkomst en neergang van de muziekschool
Muziekonderwijs was tot de late middeleeuwen nagenoeg uitsluitend het domein van kerken en kloosters. Volgde je muziekonderwijs, dan kreeg je een opleiding in een kerkkoor. Sinds de Renaissance kwam ook de wereldse muziek meer tot ontwikkeling: kerkelijke kapelmeesters konden wat bijverdienen aan het hof van edelen en prinsen. Dit systeem breidde zich verder uit: rijke ouders betaalden beroepsmuzikanten om hun kinderen de basis van de muziek aan te leren.
Lange tijd bleef muziekles iets dat alleen rijke mensen zich konden veroorloven. De muzieklessen waren privélessen, scholen besteedden überhaupt geen aandacht aan muziek. Vanaf de 19e eeuw werden muzieklessen steeds toegankelijker voor mensen uit alle standen. Het waren nog altijd privélessen, maar wel veel goedkoper. Veel uitvoerende topmusici en componisten gaven privé-onderwijs om wat bij te verdienen.
De eerste muziekschool ontstond in Amsterdam, al in 1932. Muzieklessen in school kwamen echter vooral na de Tweede Wereldoorlog, bij de wederopbouw, goed op gang, eerst nog als ‘muziekuurtje’ voor de kleuterklassen. Daarna werden apart gesubsidieerde muziekscholen opgericht, waar kinderen les (AMV, Algemene Muzikale Vorming en/of instrumentles) konden krijgen en waar er naar draagkracht betaald kon worden. Muziekscholen werden gesubsidieerd vanuit de overheid om kunst toegankelijker te maken voor ‘de massa’, voor een brede laag van de bevolking.
Vrijwel iedere gemeente had een muziekschool, gefinancierd door overheid en gemeente. De lessen waren goedkoop, je betaalde op basis van je inkomen. Het paste goed bij de jaren 60 van de vorige eeuw, met de nadruk op vrijheid en jezelf ontwikkelen. Vanaf de jaren ’80 werden muziekscholen steeds meer geprivatiseerd en ontstonden er allerlei losse muziekpraktijken van individuele muziekdocenten. In de loop van de jaren 90 tot aan het begin van de 20e eeuw werden steeds meer gemeentelijke muziekscholen gesloten of samengevoegd met cultuurcentra en bibliotheken: de aparte muziekschool was te duur geworden. Met name een bezuinigingsronde vanaf 2012, na de kredietcrisis, zorgde er voor dat veel muziekscholen moesten sluiten. De toekomst van de muziekschool moest bekostigd worden uit een bredere financieringsmix, scholen werden steeds vaker als een bedrijf gezien dat gewoon winst moet maken. In 2007 waren er nog 108 vrij gevestigde muziekscholen; anno 2021 zijn er nog maar 12 over en zijn er 98 bredere ‘centra voor de kunsten’.
Muziekonderwijs over de grens
Deze “bezuinigingstendens” is echt iets Nederlands, aldus Zembla. Bijvoorbeeld in België, maar ook in andere Europese landen, is nog veel meer muziekles op muziekscholen. Notenleer en instrumentles wordt nog gefinancierd vanuit overheid. ‘Cultuur’ heeft er nog een veel hoger aanzien en de waarde van cultuur wordt breed gezien: het leren bespelen van een instrument is onderdeel van een bredere individuele talentontwikkeling.
Samen muziek maken en samen muziek beleven zorgt uiteindelijk voor minder mentale problemen in de maatschappij, zorgt voor een betere maatschappelijke ontwikkeling. Je leert niet alleen als individu, je leert ook van elkaar. Naar elkaar luisteren, samen spelen en samen iets groters bereiken zorgt voor ontwikkeling van het individu en van de groep. Maar doet ook iets met publiek dat komt luisteren.
Muziekonderwijs, wederom voor de elite?
In België kost 3 uur per week instrumentles 80 euro per jaar.
In Nederland kost het minimaal enkele honderden euro per jaar, voor een halfuurtje per week les. Het uitgangspunt is daar “ieder kind heeft récht op muziekonderwijs”. Die muziekles is voor ‘de gewone Nederlander’ haast niet meer weggelegd. Mijn zoon bijvoorbeeld heeft vorig jaar een jaar pianoles gehad, gecombineerd met bandles (Nieuwe Veste Breda). 36 weken les in duovorm, 40 minuten per week, kost ruim 550 euro. Kies je voor individuele les, dan stijgen de kosten naar ruim 750 euro.
En gelukkig had ik thuis al enkele (digitale) piano’s staan waar hij op kon oefenen, zijn huiswerk kon maken. Dat scheelde de aanschaf van een (duur) instrument.
Bij cultuur gaat het altijd alleen maar over subsidies. Bij het aanleggen van een weg of het plaatsen van een nieuw overheidsgebouw praat niemand daarover, maar bij dans, theater of muziek heet het opeens ‘subsidie’. Waarom eigenlijk?
Trompettist Eric Vloeimans in Zembla

Muziekonderwijs, toen en nu
Vroeger, in mijn jeugdjaren ’80, was de muziekschool een bruisende plek. Leerlingen kregen er 1-2x per week les, maar speelden ook veel samen in bandjes of ensembles. Er waren open dagen, met veel uitvoeringen, veel samenspelen. Leerlingen inspireerden van elkaar, leerden van elkaar. Er hing een goede en optimistische sfeer; docenten deden vaak veel meer dan waarvoor ze werden betaald. Puur uit enthousiasme.
De muziekschool is naar mijn idee zeker wel met de tijd meegegaan. Natuurlijk ging het toen, maar gaat het ook nu, over het gedisciplineerd aanleren van een instrument. Daarvoor is veel doorzettingsvermogen nodig. Het duurt een tijd, voordat het leuker wordt. Ook het saaie toonladder oefenen hoort erbij en ook die muziektheorie is nodig om muziek echt te kunnen doorgronden.
Tegenwoordig gaat het, met wat ik bij mijn zoon heb gezien, nog meer spelenderwijs dan vroeger. Al vanaf het prille begin is het mogelijk om individuele lessen te combineren met ‘band’les, waarin je al heel snel leert samenspelen. Er wordt goed gekeken naar wat kinderen leuk vinden om te spelen; de muziekles wordt daar op aangepast. Maar ik weet nog goed dat ook mijn docent toetsen, Peter Augustijn, de lessen al veel leuker maakte door direct te levelen met het soort muziek dat ík leuk vind. Dat werd dus De Dijk, Springsteen, Dire Straits, The Police uitzoeken en meespelen. Meespelen met mijn muzikale helden. Peter speelde vaak zelf ook mee, en inspireerde mij daar weer mee. Natuurlijk speelde hij 50x beter dan ik, maar hij trok me week in week uit, jaar in jaar uit, wel mee omhoog.
Ik weet trouwens ook nog goed dat Peter later vaak kwam kijken bij een optreden van mijn coverband OnCue. Jarenlang speelden we op vrijdag- of zaterdagavondin de feesttent in Hoogerheide; georganiseerd door de lokale harmonie. Dat waren prachtige optredens, met een tent tot de nok gevuld, met zeker een aantal honderd man vaak trouw publiek. Ieder jaar weer dezelfde gezichten, en ook de jeugd kwam er. In de succesjaren stond er een rij buiten om binnen te mogen. Mijn docent stond dan vaak aan de zijkant, rustig te kijken en luisteren naar ons. Ik dacht toch vaak enige trots te zien bij hem, ‘hoe hij die jongen achter die toetsen had afgeleverd’ 🙂
Invloed muziekschool op individu, groep en maatschappij
Muziek gaat om bezieling. Kan je diep raken, tot in de ziel. Het gaat om passie, om toewijding.
Jett Rebel in Zembla documentaire
Met het verdwijnen van de muziekscholen geven veel muziekdocenten tegenwoordig thuis les als zzp’er. Het gevolg daarvan is dat leerlingen minder makkelijk samen spelen; ze zien elkaar gewoon minder vaak. De onderlinge stimulans is er veel minder. Muziek is verbinden, draait om ‘samen doen’, ook organisatorisch. Je leert van elkaar, juist als je leerlingen mengt en het doel is om sámen goed te klinken.
Dat minder samen spelen is uiteindelijk van invloed op het algehele niveau van muziekbeleving. Door het wegvallen van muziekscholen verdwijnen ook de fanfares en harmonieën steeds meer. Er is gewoon te weinig aanwas van nieuwe jonge leden die muziekonderwijs volgen. Nederland was jarenlang echt een land dat vaak grote topblazers leverde, juist door die fanfare cultuur. Die blazers werden later de topmusici in de grote orkesten.
In de Nederlandse cultuur en maatschappij gaat juist door het bezuinigingsbeleid steeds meer verdwijnen. Bij alle belangrijke maatschappelijke momenten is muziek een onderdeel; denk aan bijvoorbeeld Dodenherdenking, carnaval, Bevrijding, uitvoeringen rond Kerst. Door het langzaamaan verdwijnen van goed muziekonderwijs gaat ook die muzikale omlijsting bij voor de maatschappij belangrijke gezamenlijke momenten meer en meer verdwijnen.
Maar muziekonderwijs en samenspel is ook van invloed op het persoonlijke leven. Om later goed te worden in het bespelen van een muziekinstrument is het zó belangrijk om jong te beginnen, wanneer het leren nog gemakkelijk gaat. Een instrument bespelen vraagt veel van je motoriek, van je lichaamshouding etc. Dat onder de knie krijgen kost, naast wat interesse en aanleg, vooral ook veel tijd, discipline en hard werken. Die eigenschappen komen ook breder van pas. Er wordt steeds meer bekend over de waarde van muziek(onderwijs) voor individuele ontwikkeling. Het bespelen van een muziekinstrument draagt bijvoorbeeld aantoonbaar bij aan de ontwikkeling van (verbindingen tussen) beide hersenhelften. En dat is weer goed voor de ontwikkeling van allerlei andere talenten.
Muziekonderwijs is goed voor je kind!
Kinderdagverblijf Partou had het niet beter kunnen omschrijven. 10 reden waarom muziek zo belangrijk is voor je kind (en waarom het dus bij Partou veel wordt ingezet).
1. Muziek heeft een kalmerende werking
2. Muziek stimuleert ‘luisteren’ en stimuleert onderscheid maken tussen woorden en klanken
3. Muziek is goed voor de taalontwikkeling
4. Muziek zorgt voor verbetering van de motoriek
5. Muziek in een ontspannen sfeer zorgt voor betere sociale vaardigheden
6. Muziek kan ondersteunen bij een dagstructuur (bv. muziek bij overgangsmomenten van de ene naar de andere taak)
7. Met muziek kunnen kinderen hun emoties beter uiten
8. Muziek bevordert de concentratie en het samenwerken
9. Muziek draagt bij aan een positiever zelfbeeld (bv. de voldoening van een optreden)
10. Muziek bevordert de creativiteit
Heeft de muziekschool nog toekomst?
De toon van de Zembla documentaire over de toekomst van de muziekschool is vrij somber.
Bij conservatoria is er bijvoorbeeld minder aanwas van Nederlandse studenten. In 2006 was 52% van de conservatoria studenten Nederlands; in het lesjaar 2021-21 is dat nog maar 37%.
Een belangrijke reden aldus Zembla is dat er geen muziekonderwijs meer in de klas is. Kinderen komen er gewoon minder of niet meer mee in aanraking. De muzieklessen zijn daarbij erg duur, dus wordt het weer meer iets voor de elite, net als 100 jaar terug. Muziekdocenten kunnen niet goed genoeg meer een basisinkomen genereren, werken versnipperd over verschillende scholen om nog een normaal salaris te kunnen verdienen. Op de beste conservatoria van Nederland, die in Den Haag en Amsterdam, is nog maar respectievelijk 19 en 21% Nederlander. Enkele decennia geleden konden talentvolle kinderen uit gezinnen met een smalle beurs een instrument lenen en goedkoop lessen volgen. De zaterdagmiddag (matinee) concerten waren vaak gratis en daardoor toegankelijk voor een bredere laag van de samenleving. Dat is allemaal wegbezuinigd.
Zembla vat het kort samen: muziek heeft niet meer de plek in de samenleving die het zou moeten hebben.
Een plek die ‘sport’ in het algemeen, en bijvoorbeeld ‘voetbal’ of tegenwoordig ook weer de Formule 1, wel hebben. In topsport gaan gigantische bedragen om en daardoor is de lobby ook heel sterk. De BV Nederland gaat tenslotte over geld verdienen. Muziek en cultuur hebben niet zo’n sterke lobby; worden meer als een veredelde ‘hobby’ gezien. Het gaat altijd maar weer over ‘subsidie’; festivals, theater en cultuur zijn voor de samenleving geld kostende activiteiten.
Het wordt tijd dat, juist ook politiek en maatschappelijk gezien, cultuur de herwaardering krijgt die het verdient. Dat de kracht van muziek voor wat betreft verbroedering, mensen bij elkaar brengen, mensen laten genieten en talenten laten ontwikkelen opnieuw wordt gezien. Dat er weer een generatie komt die opgroeit met muziek en muziekonderwijs.
Aan het einde van de documentaire gloort een klein beetje hoop.
Cultuurminister Jet Bussemaker (tussen 2012 en 2017) lanceerde Meer Muziek in de Klas. Vanaf 2014 ging deze Stichting werken aan haar eigen gegeven doelstelling: structureel muziekonderwijs voor álle 1,4 miljoen basisschoolleerlingen in Nederland. Met bewustwording, deskundigheidsbevordering, het ontwikkelen van eigentijds lesmateriaal en lokale verbinding en verankering (regionale muziekakkoorden) moet er weer ruimte komen voor muziekonderwijs op iedere basisschool.
Muziek legt een structurele basis voor empathie, sociale binding, kwaliteit van leven, creativiteit, luisteren naar elkaar en openstaan voor verschillen: onmisbare menselijke waarden in onze maatschappij. Muziek is overal, het is onderdeel van ons dagelijks leven. In de klas zorgt het voor een positief schoolklimaat, waarin leerlingen zich afstemmen op elkaar. Muziek in de klas is dus geen vrijblijvende keuze, maar noodzakelijk!
Website Meer Muziek in de Klas
Ook een initiatief als Muziekids, waarvoor ik lobby in met name Brabant en waar ik de fondsenwerving ondersteun, draagt bij aan het weer meer en meer in aanraking komen met het bespelen van muziekinstrumenten. Op een verrassende plek, namelijk het ziekenhuis, ontdekken kinderen uit alle lagen van de bevolking, het plezier van (samen) muziek maken. Natuurlijk is de primaire doelstelling het afleiden en laten ontspannen van kinderen die ziek zijn. Maar daarnaast draagt deze stichting óók bij aan cultuurparticipatie. Regelmatig kiezen kinderen, die tijdens hun verblijf in het ziekenhuis geïnspireerd zijn geraakt, voor vervolgmuziekonderwijs.
In de Zembla documentaire wordt ook aangestipt dat er weer meer initiatieven zijn om kinderen in aanraking te laten komen met muziekinstrumenten. Terecht stelt George Wiegel, directeur van het Rotterdams Filharmonisch Orkest, dat het ‘in aanraking brengen met’ nog géén echte muziekles is, dat vaardigheden nog maar beperkt worden ontwikkeld. Het is een begin, maar er is juist een koppeling nodig tussen het onderwijs (basis- en middelbare school) en de muziekschool.
Maar…dan moet die muziekschool er nog wel zijn…
Hoe zie ik de toekomst van de muziekschool?
Ik denk persoonlijk dat de muziekschool best kan overleven, maar dat haar rol in de loop der tijd zal veranderen. Van letterlijke ‘school waar muziekles wordt gegeven’ zal er een meer verbindende rol komen voor de muziekschool 2.0 (of is het al 3.0) annex cultuurcenter. Júist het bij elkaar brengen van al die losse, verschillende, kleinere schooltjes en zzp-initiatieven in wijken, dorpen en steden. Culturele events, online en offline, initiëren waar op amateurniveau muziek kan worden gemaakt. Maar ook schakelen met de grotere en kleinere theaters om nieuwe podia te creëren voor amateurmusici, bandjes en orkesten. Dáár is behoefte aan! Muzikanten en muziekdocenten met elkaar verbinden. De muzikant-in-spé wegwijs maken in het brede aanbod van individuele docenten, ‘voor ieder wat wils’. Maar…hoe vindt je iemand die bij jóu past? Juist, via de muziekschool. En zodra er ergens talent opduikt, dat verder ontwikkeld kan worden…komt de muziekschool weer in beeld. Workshops, cursussen en webinars organiseren waar de individuele zzp’er niet aan toekomt; denk aan bandcoaching, songwriting, een orkest leiden, tekstinterpretatie, etc. Verbinding leggen in de stad met andere partijen, denk alleen al aan de kansen richting méér muziek in de zorg: leg als cultuurcenter eens contact met het lokale of regionale ziekenhuis. Er zijn volop kansen voor zo’n nieuwe muziekschool / cultuurcenter. Gefinancierd vanuit de overheid en gemeente, met een klein beetje ondernemend denken, vooruit.
Tip: Lees ook de visie van Paul van Gulick op de toekomst van het muziekonderwijs en de muziekschool…

Deel je ervaringen
- Heb jij (vroeger) muziekles gevolgd, of volg je dat nu? Wat heb je er aan (gehad), voor je persoonlijke ontwikkeling? Wat heeft het je gebracht?
- Wat zie jij in jouw eigen omgeving gebeuren waar het gaat om lokaal muziekonderwijs? Is er nog een muziekschool? Wordt er muziekles gegeven op school? Is er al muziekbeleving in het ziekenhuis waar je gebruik van maakt?
- En wat zouden volgens jou oorzaken kunnen zijn dat bijvoorbeeld ‘sport’ wel overal te vinden is (zij het met ook steeds moeizamer financiering) en er juist op ‘cultuur’ zo wordt bezuinigd?
Deel je gedachten en ervaringen via de reacties hieronder of neem contact met me op.
Meer lezen
- Bekijk de uitzending van Zembla over de toekomst van de muziekschool terug:
Bezuinigingen hebben vanaf 2011 ertoe geleid dat op veel plekken zelfstandige muziekscholen verdwijnen. De gevolgen daarvan zijn aanzienlijk. Heeft de muziek in ons land nog toekomst?
— ZEMBLA (@ZEMBLA) October 20, 2021
Morgen om 20.25 uur op NPO 2: Muziekschool in mineur. #muziek #muziekschool #zembla pic.twitter.com/d8VerGJac9
- Met dank aan een lezer van dit blog: Suzan Lutke heeft een interessant boek geschreven: ‘Als de muziek er al is‘. Over een nieuwe methodiek voor muziekonderwijs.
- Lees de bijdrage van muziekdocent en drummer Imre Kruis over de muziekdocent van de toekomst
- Er vond een Omdenken-sessie plaats rondom de toekomst van de muziekschool. Omdenk je mee?
Ik vond een blog van Paul van Gulick, o.a. componist en dirigent, uit Brabant. Hij schreef in 2015 een interessant artikel over de toekomst van het muziekonderwijs. Hieronder de meest interessante passages.
Als je nagaat uit welke postcodegebieden de meeste cursisten komen die centra voor de kunsten voornamelijk bereiken, dan kun je haast niet anders concluderen dan dat een herijking van het muziekonderwijs op zijn plaats is. De participatie van cursisten en leerlingen van allochtone afkomst of uit sociaal zwakkere wijken is nauwelijks gestegen, dit ondanks het feit dat de samenstelling van de samenleving ingrijpend is veranderd.
Er zal een grotere rol weggelegd moeten worden voor cultuureducatie en cultuurparticipatie, een kennismaking binnen het reguliere onderwijs met wat er op kunstgebied te ontdekken en te doen is. Een basispakket voor iedereen die onderwijs volgt in Nederland met de mogelijkheid om bij voldoende talent en belangstelling verdieping te verkrijgen of in te kopen.
Ik denk dat de rol van de traditioneel ingerichte en gesubsidieerde muziekscholen binnen nu en tien jaar is uitgespeeld. Muzieklessen zoals die nu gegeven worden, zullen zich verplaatsen naar een particulier circuit waar getalenteerde en gemotiveerde leerlingen terecht kunnen die een instrument op hoog (professioneel) niveau willen leren bespelen.
Binnen de muziekscholen zal een beweging op gang komen waarbij de verbinding met het reguliere onderwijs aangehaald en verstevigd zal worden. Er zal binnen het reguliere onderwijs, in samenspraak met de mensen die daar werkzaam zijn en aansluitend op het onderwijsaanbod daar, een basispakket aangeboden worden voor alle leerlingen. Dit zal gebeuren binnen de reguliere scholen en in de wijken, dicht bij de leefwereld van de cursisten. De sociale inbedding zal hierbij ook een grote rol spelen. Indien er behoefte bestaat aan verdieping, zal de eigen bijdrage van de ouders en het talent van de leerling mede bepalen welke vorm van verdieping het meest op zijn plaats is.
De goed geoutilleerde en gesubsidieerde muziekscholen zouden een plaats worden voor inspiratie, beleving en bijscholing, waarbij de aanwezige musici/docenten zaken kunnen aanbieden die binnen het particuliere circuit niet gemakkelijk gerealiseerd kunnen worden. Samenspelen, muziekopnamen maken, workshops, masterclasses, specialistische cursussen/lessen en bijscholing van musici zouden dan hierbij de boventoon moeten spelen. Het particuliere segment en gesubsidieerde muziekscholen zouden meer bondgenoot dan concurrent moeten worden. Dat is ook een rol die gemeentelijke subsidie rechtvaardigt, toekomstbestendig is en recht doet aan de diversiteit en behoefte die in de samenleving te vinden is.