Geschatte leestijd: 4 minuten.
Het is kwart voor elf, zondagochtend. Ik begin aan mijn tweede kopje koffie, nog niet helemaal in deze wereld aangekomen. Een stevig kabaal dringt door tot mijn hersenen. De indringende wekker van de oven in de keuken meldt zich.
“Yes! Ik mag kijken. Spannend!!” roept Jans. “Het zal toch niet zo zijn dat ik…”
Hieraan vooraf gingen meerdere schoolmails en een zichzelf meldende ouder-appgroep waarin diverse theorieën werden uitgewisseld. En dat op de vroege zondagochtend.
Corona-alarm.
De schooldirectrice mailt alle ouders van groep 6a. Quarantaine bericht! Alweer. We hoorden vorige week al dat de juf het virus onder de leden heeft. Daarna een klasgenootje van Jans. Vervolgens nóg een juf. Genoeg voor de school en GGD om weer in actie te komen.
Het begint al bijna normaal aan te voelen. Oké, test doen dus. Kijken of Jans, nog volledig zonder de bekende klachten, het virus toch niet heeft. Haast routinematig pakt Jans een testdoosje en zet de spullen klaar voor mama, die de test bij haar doet. Druppelen, wachten, alarm instellen.

Er schiet ondertussen weer van alles door onze hoofden, aan de ontbijttafel.
“Ik kan het er nu écht niet bij hebben,” moppert onze mopperpuber. “Na deze week toetsweek. En ik ben juist zo goed bezig met leren. Ik blijf écht niet thuis hoor, vanwege die stomme corona. Gewoon de toetsen maken, anders heb ik weer voor niets geleerd”. Allerlei vaderlijke gedachten ploppen op in mijn hoofd, over dat je nooit voor niets leert, dat je werkt aan je eigen ontwikkeling, enzovoort. Wijs geworden houd ik mijn mond. Pubers moet je gewoon laten mopperen af en toe.
Ik denk aan mijn bandrepetities. Nét nu Rutte de door mij zo vaak gedroomde woorden ‘bandjes mogen weer gaan repeteren’ -letterlijk- uitsprak, afgelopen vrijdag, gaat deze mogelijk nieuwe besmetting toch écht geen roet in het eten gooien. Toch? De eerste repetitie staat voor morgenavond gepland. Ik geloof dat 3 minuten na de persconferentie het repetitievoorstel binnen vloog. Niet alleen ik trappelt om weer te mogen beginnen, zo te lezen.
De puber in huis mompelt iets over het bezoek van vanavond aan ‘opa & oma’. Na een weekend toetsen leren is dat de in het vooruitzicht gestelde beloning. Zij vindt die bezoekjes heerlijk; aan het einde van de middag gaan we erheen, eten we mee en kletsen we wat. Ook opa en oma kijken er ongetwijfeld naar uit. Maar, met een positieve testuitslag gaat er natuurlijk een streep door dat bezoek.

Tot nu toe is COVID-19 ook aan mijn deurtje voorbij gegaan. En dat vind ik wel zo best. Mijn weerstand is niet zo opperbest gok ik, mede door alle pijnmedicatie. Mijn lijf, en ook geest, heeft er al meer dan genoeg aan om dagelijks te boksen met één ziekte in mijn lijf, de chronische pijn. Éen gevecht vind ik voldoende. En ja, dat klop ik dus even af. Géén coronapolonaise aan mijn lijf alsjeblieft.
En dan niet te vergeten Jans zelf. Het is niet de eerste keer, en vermoedelijk ook niet de laatste, dat ze in quarantaine gaat. Dat betekent weer een paar dagen binnen blijven, niet afspreken. Gisteren werd de eerste turnles in weken aangekondigd…Jans kijkt er naar uit. Maar de quarantaineregels helpen ook deze planning om zeep. En een daadwerkelijke besmetting met corona heeft voor Jans natuurlijk meer en langere gevolgen.
“Het waren drie heerlijke schooldagen,” schrijft een moeder op Facebook. Ook dat gezin is, met een net na de uitgerekte kerstvakantie opgestarte school, alweer getroffen.
Ik schrik op uit mijn doorsnellende, op de troepen vooruitlopende, brein.
“Jaaaaaaaaaaa! Negatief! Joehoe! En nu mag ik vanavond lekker lang opblijven, want…morgen nog vrij van school!” De school heeft een dagje nodig om over te schakelen op online lessen, zeker nu beide juffen met besmetting én klachten thuiszitten.
Een kinderbrein is flexibel. Veel flexibeler, zo blijkt, dan een vaderbrein.
Loos alarm dus.
- De repetitie morgenavond kan gewoon doorgaan (met een extra zelftest).
- Vandaag, einde middag, gewoon naar opa en oma.
- Mijn lijf hoeft vooralsnog het gevecht met COVID-19 niet te voeren.
- En Jans ziet, naast de nadelen van quarantaine, alweer een eerste voordeel.
Hoe meer ik mijn kinderen leer niet op de zaken vooruit te lopen, ‘jongens, eerst dit, dan pas dat’ (spreek uit op belerende toon) en ‘nooit panieken!’ (idem), hoe minder ik het in mijn eigen hersenen toepas.
Mijn hersenen doen aan paniekvoetbal.
Nu maar hopen dat deze zelftest het bij het rechte eind heeft. Woensdag volgt de definitieve GGD-test.
Nadat ik dit blogbericht heb getypt, schiet me een andere link te binnen. Ook bij chronische pijn is er in je brein sprake van een nog altijd loeiend alarmsysteem. Terwijl de oorspronkelijke oorzaak (in mijn geval rugproblemen) er veelal niet meer is. Je brein ‘veroorzaakt’ als het ware de chronische pijn. Zie ik hier een paar parallellen? Moet ik mezelf beter opvoeden? Was het maar zo simpel. Los van de diagnose ‘beschadigd geraakte zenuw’, die ik er gratis bijkreeg van een artsenteam in het ETZ. Tja.

Deel je ervaringen
- Is bovenstaande ervaring herkenbaar? Is jouw gezin al vaker getroffen door COVID-19?
- Heb jij, net als ik, een brein dat wel eens met zaken aan de haal gaat? Hoe roep je jezelf weer tot de orde, op zo’n moment?
Deel je ervaringen via de reacties hieronder, of neem contact met me op.