Geschatte leestijd: 17 minuten.

Van die toevalligheden.

Ik was toe aan mijn dagelijkse Ommetje. Tegenwoordig gebruik ik daar trouwens de app Ommetje van de Hersenstichting voor. Gewoon, omdat het kan.

Ik had -voor de verandering- eens geen zin in muziek maar in “meer kennis”. Tja, daar heb ik af en toe last van 😉 En zeker op het gebied van chronische pijn wil ik alles weten. Noem het een manco. Of beroepsdeformatie…alleen is “pijn” niet mijn beroep. Zou het zomaar kunnen worden, trouwens.

Ik wijk af. Sorry daarvoor.

Spotify aan. Oortjes in. Winterjas aan…brrr…had ik zal gezegd dat ik een zonnig type ben?. Ik typte “chronische pijn” in in de zoekbalk van Spotify, want tegenwoordig -of al heel lang, maar ik wist het niet- kun je podcasts beluisteren in Spotify. En klikte enigszins willekeurig een van de eerste hits aan, “De Therapeut Podcast #13: Pijndokter – Chronische Pijn, Pijnbeleving en Pijnbestrijding”.

Oké, niet willekeurig.

Enne, dit helpt niet. En dan neem ik dat wel. En een recept van de andere dokter, neem ik dat wel. En dat helpt ook niet.”

Die stem. Die ken ik! Dat accent. Maar eh, waarvan ook al weer?

Het is alweer even geleden, dat ik bij hem op bezoek was. November 2019, alweer een jaar. Sjonge.

Henk van Driel, anesthesioloog en pijnbehandelaar, sinds 1987.

En sinds 2018 mijn pijnbehandelaar.

Da’s nou ook weer toevallig. Klik ik een willekeurige podcast aan, wordt mijn pijnspecialist geïnterviewd in de -naar eigen zeggen- ‘nadagen’ van zijn pijnlijke carrière (oké, fout grapje mijnerzijds).

Prachtige vent, vind ik. Voor zover je een klik met een arts kunt hebben, had ik wel een klik toen ik de eerste keer bij hem bij de pijnpoli van het Amphia ziekenhuis kwam. Iemand die zegt waar het op staat, maar altijd met een bepaalde sympathiekheid (is dat een woord?), empathie. Ik kan me voorstellen dat anderen hem een eh, soms nogal botte boer, kunnen vinden. Door zijn directheid. Maar ik hou daarvan: er niet omheen draaien, je opties duidelijk krijgen, maar altijd blijven meedenken en zich voor je inzetten. En hij is niet bot, wel duidelijk.

Henk van Driel, afbeelding: OptimalCare pijnkliniek

Een interview over het werk van een pijnbehandelaar en de werking van een pijnkliniek. Ik word nu wel erg nieuwsgierig wat dr. van Driel te vertellen heeft.

Pijnspecialist Henk van Driel

Ruim 33 jaar ervaring op het gebied van pijn, bij zowel Amphia ziekenhuis Breda waar hij aan de basis stond van de huidige pijnbehandelingen en sinds 2008 ook bij OptimalCare in Rotterdam. Online lees ik dat hij ook nog werkzaam is (of is geweest) bij MC Amsterdam-Amstelveen.

Ik vind het belangrijk mensen met langdurige pijn op een gezellige en prettige manier te benaderen, maar op een serieuze manier van hun klachten af te helpen.

Henk van Driel

Vaak zoek ik een arts vooraf even op op Zorgkaart Nederland. Ik weet dat je recensies in z’n algemeenheid, en zeker ook die van artsen, altijd met een korreltje zout moet nemen. Of mensen zijn superlovend over hun arts, of artsen worden helemaal afgebrand (vaak als er geen gewenst resultaat is geboekt). Maar de inhoud van die recensies zegt vaak meer dan het cijfer. Dr. van Driel wordt gemiddeld met een 9.6 beoordeeld. Wat mensen schrijven, klopt. “Wat een verademing, eindelijk eens iemand die naar je luistert”. “Iemand die de moed niet opgeeft”. “Neemt je serieus”.

Ook ik was en ben (erg) positief. In de pijnwereld kom je van alles tegen, ook cynische mensen of mensen die afgestompt zijn geraakt. Het contact met dr. van Driel was, inderdaad, een verademing. En hij belooft je verre van gouden bergen als het gaat om je chronische pijnprobleem.

Goed, genoeg positiefs over hem 😉

De podcast, door Peter Voortman, 3 juli 2020.

Die op een voor hem dr. van Driel typerende manier begon, in zijn Rotterdams accent.

Wanneer kom je eigenlijk terecht bij een pijnpoli?

Veelal via de huisarts, fysiotherapeut of een specialist. Je hebt altijd een verwijzing nodig, kan er niet rechtstreeks heen.

Er zijn inmiddels veel pijnklinieken in Nederland, haast ieder ziekenhuis heeft er tegenwoordig een. Pijndoktoren zijn eigenlijk anesthesisten, die in drie takken (sub-specialismen) kunnen werken:

  1. anesthesie: narcose geven, regionale blokkades geven (pijnprikken) etc.
  2. pijnbehandeling: behandeling van (chronisch) pijnpatiënten
  3. intensive care: post-operatieve pijnbestrijding (de ‘intensivist’)

Als anesthesist kun je 1 en 2 of 1 en 3 combineren, maar alledrie doen gaat tegenwoordig niet meer door de uitgebreide regelgeving in het vak, minimale tijdsbesteding per onderwerp, etc. Anesthesisten moeten dus kiezen.

Wat zijn de uitdagingen van het werk als pijnspecialist?

Dr. van Driel koos een aantal jaar terug voor de pijnbehandeling, juist omdat daar het persoonlijke contact met de patiënt intensiever is en je iets meer vrijheid (iets minder protocollen) hebt. Vroeger had hij nooit gedacht juist dat aspect zo leuk te vinden. Nu, in zijn -quote- ‘nadagen’ 🙂 vindt hij het des te leuker. Juist de combinatie van technische handelingen en gesprekken voeren spreekt hem aan. In de loop der jaren heeft hij zich daar volledig in kunnen specialiseren; dat was geen vooropgezet plan, maar gaandeweg is dat zo gegroeid.

De benadering van pijnpatiënten heeft absoluut psychologische elementen. De tijd van ‘de botte boer specialist’ die echt alleen maar technisch de pijnbehandeling deed is echt voorbij, empathie voor de patiënt en zijn achtergrond is essentieel.

Pijndoktoren zien de pijnpatiënt vaak pas laat in een traject, als iedereen (neuroloog, orthopeed) al geweest is en er geen oplossing voor de pijn is gekomen. Na de pijnspecialist is er voor de meeste patiënten geen alternatief meer; de huisarts, de specialist: men is er al geweest. Dat zorgt er enerzijds voor dat een pijnspecialist bijna van nature al multidisciplinair werkt (overlegt met andere specialismen), maar anderzijds ook dat de patiënt vaak veel (laatste) hoop en verwachting heeft van de pijnpoli. Juist dat gezamenlijk aanvliegen van een pijnprobleem vindt hij een leuk aspect.

Kan een pijnspecialist de chronische pijn eigenlijk wegnemen?

Het 100% oplossen van een pijnprobleem is een illusie, aldus van Driel. De pijn verbeteren, de pijnscores omlaag krijgen, dat is primair zijn doel.

Veel mensen met pijn, bijvoorbeeld de rugpatiënten, komen helemaal nooit bij een pijnpoli terecht. Tijdelijke pijnmedicatie en bijvoorbeeld ondersteuning met fysiotherapie lost het probleem vaak al wel op. De mensen die wél bij de pijnspecialist terecht komen zijn toch vaak de ‘zwaardere gevallen’ of ‘grotere (pijn)problemen’, waarbij het doel niet is om de pijn volledig weg te nemen: dat is een illusie en die valse hoop mag een patiënt nooit krijgen. De patiënt terugkrijgen in de groep ‘met medicatie en ondersteuning wordt het weer leefbaar’ is vaak eerder het doel.

Welke pijnpatiënten komen bij een pijnpoli terecht?

Dr. van Driel ziet uiteraard verschillende typen pijnpatiënten, van de patiënt die heel goed met zijn pijn overweg kan tot aan de patiënt die volledig radeloos is en de pijn ook niet kan hanteren. En alle gradaties daartussen. Daarmee omgaan, dat biedt psychologische uitdaging voor de pijnspecialist. De grenzen van behandelingen aangeven en de verwachtingen realistisch krijgen is dan ook vaak de eerste stap: “ik ga je wel eens even beter maken” zal je dr. van Driel dan ook nooit horen zeggen. “100% minder pijn”, of “de rest van je leven geen pijn meer” evenmin.

Slijtage hoort bij het leven, net als bij een auto. Dat klinkt misschien bot, maar zo is het natuurlijk wel.

Dr. van Driel

Het is veelal niet zo dat een andere specialist de pijnpatiënt naar de pijnpoli doorstuurt ‘om er maar vanaf te zijn’. Juist samenwerken is essentieel, vindt dr. van Driel. “Althans, dat zou het in ieder geval moeten zijn. En is het vaak ook wel. Multidisciplinair werken.” Huisartsen, neurochirurgen, orthopeden, neurologen…van Driel komt ze in zijn werk vaak tegen.

Vaak begint het gesprek met de pijnpatiënt met de vraagstelling van de verwijzer, de neuroloog, de huisarts. Dat is de eerste opdracht van de pijnspecialist. De patiënt vertelt daar het verhaal bij, de omstandigheden. “De positivo versus de zware depressieveling, dat scheelt nogal wat”. De benadering verschilt dus per type patiënt en dat maakt het nou net zo leuk, je moet mensen dus echt op hun mentale niveau benaderen.

Wat is (chronische) pijn eigenlijk?

Dat ligt niet altijd heel duidelijk.

Uitleg geven over wat pijn nu eigenlijk is vindt van Driel essentieel. Hoe werkt dat proces in de hersenen eigenlijk? Maar ook: hoe staat een partner van een pijnpatiënt er in? Als mensen de pijn begrijpen, kunnen ze er vaak al veel beter mee omgaan.

Acute pijn is natuurlijk een duidelijk verhaal: je bent gevallen, hebt pijn, een wondje, dat geneest. Maar is er meer aan de hand, is de pijn onduidelijk, of houdt deze langer aan, dan wordt het uiteindelijk chronische pijn. En komt de pijnspecialist in beeld.

Bij chronische pijn ontstaat een soort ‘demping van het hele systeem’. Als de pijn maar lang genoeg aanhoudt, dan ontstaat er vaak ook vanzelf een psychologisch probleem. Ook in je brein verandert er hormonaal van alles. Medicatie, morfine: ook dat draagt bij aan de algehele demping.

Van Driel ziet het vaak gebeuren bij de chronisch pijnpatiënt: in het begin zoekt men heel actief naar behandeling, medicatie, therapieën. Maar na verloop van tijd komen de meeste patiënten er achter dat eigenlijk niets écht helpt. Men stopt dan vaak ook weer met medicijnen, want ‘ze werken toch niet’. Uiteindelijk ontstaat dan een belangrijk onderdeel in de pijnbehandeling: acceptatie. “Vaak een goed teken en de halve winst, mensen stoppen met eindeloos te claimen dat er iets moet gebeuren”.

De pijnpoli is, simpel gezegd, een polikliniek die vooral mensen laat accepteren dat iets niet meer overgaat. Maar dat zeg ik in het begin natuurlijk niet zo.

Dr. van Driel

Van Driel vindt het belangrijk dat mensen dat punt van acceptatie van de pijn bereiken. Natuurlijk is er best een hoop te bereiken op het gebied van pijndemping, maar de acceptatie dat het probleem pijn niet meer volledig verdwijnt is ontzettend belangrijk. En het meest lastige van het werk op de pijnpoli. Dat kost tijd. Maar maakt ook het vak zo leuk.

En wat als pijn niet draaglijk is?

Er is altijd iets te doen of te bedenken vindt van Driel. Hij zal dan ook nooit zeggen dat er niets meer kan. Er kunnen pijnbehandelingen worden gegeven, bijvoorbeeld bij mensen met ondraaglijke pijn als gevolg van kanker, die die pijn dempt. Maar dat soort vergaande héél gerichte behandelingen geef je vaak aan het eind van iemands leven. Zijn uitdaging lag ook in het feit dat hij álle pijntechnische behandelingen wilde kunnen geven, zodat hij nooit iemand naar een andere locatie, bijvoorbeeld een academisch ziekenhuis, hoefde door te sturen. Soms deed hij dat toch, maar dan om patiënten een tweede mening op te laten halen; vaak ter bevestiging van zijn eigen boodschap.

Patiënten kunnen bijvoorbeeld ook heel veel morfinetabletten of -pleisters gebruiken, om de pijn te dempen. Hoeveelheden die ook vaak heel veel bijwerkingen geven. Een alternatief is dan het implementeren van een morfinepomp, die 24 uur per dag veel kleinere -maar even effectieve- hoeveelheden morfine afgeeft aan het ruggenmerg. Daarmee kan je een pijnpatiënt jarenlang pijndemping geven (met morfine maar ook andere medicatie), met veel minder bijwerkingen. En bied je toch een alternatief aan de pijnpatiënt waarbij “niemand meer weet wat te doen”. In absolute aantallen niet iets dat in Nederland heel veel wordt gedaan, maar vanuit een beperkt aantal ziekenhuizen wel een mooi maatwerk-instrument voor de pijnpatiënt.

Wat nu als de pijn eerder psychisch is?

Mentale pijn kan ook fysiek doorwerken. Een deel van de pijnpatiënten heeft daadwerkelijk lichamelijke oorzaken voor de pijn die wordt gevoeld, maar een deel ook niet of minder. Daarom is samenwerking met psychologen of met een psychiatrisch team ook onderdeel van het werk van de pijnspecialist.

Mensen kunnen gek van de pijn worden. Maar je kunt ook zo ‘gek’ zijn dat je niet met pijn kunt omgaan. Het werkt twee kanten op.

Dr. van Driel

Deze patiënten ziet van Driel ook. Qua pijngedrag lijkt er een flink trauma te moeten zijn, alleen dat trauma is er niet. Een ‘discrepantie in gedrag’ noemt van Driel dat. En daar kom je niet in een eerste gesprek bij uit. ‘Interessante casussen’.

Allerlei hormonale stofjes hebben invloed op de mate van pijn die je ervaart. Denk aan serotonine ( ‘gelukshormoon’, werkt ook door in doorgeven pijnprikkels, KH), of aan de werking van anti-depressiva die vaak bij chronische neuropathische pijn worden ingezet. De puzzel zit ‘m in welk stofje op welke manier doorwerkt. Maar ook weer: ervaar je bijwerkingen van die medicatie, of heb je er geen last van. Het is ’trial and error’ waarbij je als pijnspecialist samen met de pijnpatiënt gaat zoeken welke stofjes goed doorwerken op de pijn en welke niet.

Ik schreef het al eerder: in mijn gesprekken van van Driel zie ik ‘m vaak denkbeeldig in zijn hoofd laatjes openen en weer sluiten, op zoek naar die stoffen en combinatie van stoffen die zouden kunnen aanslaan. Een inpandige apothekerskast, in zijn hoofd 😉

En soms is het zoeken naar de juiste combinatie van stofjes; veelal gegeven in lage hoeveelheden om ook de bijwerkingen te temperen. Wazige ogen, slaperigheid, duizeligheid, aankomen, hyper worden: er zijn talloze bijwerkingen van de medicamenten dat je een patiënt daar ook tegen moet beschermen. Geef je te hoge doseringen, dan is de oplossing bijna erger dan de pijn. ‘Een beetje spelen’, noemt van Driel het, maar hij haast zich erbij te zeggen dat het natuurlijk geen spelletje is. Een proces dat tijd kost, want veel medicijnen vergen een bepaalde spiegel. Vaak ben je twee, drie tot wel zes maanden verder voordat je kunt vaststellen of iets echt werkt of niet.

Het is echt een langdurig proces, zeker als je samen gaat zoeken naar de juiste combinatie. Soms ook samen met de huisarts, die dat proces kan begeleiden. Daarbij moet je goed letten op het voorkomen van overdoseringen, maar ook op bijvoorbeeld de vraag of de patiënt medicatietrouw genoeg is. Anders weet je nog niks.

Over medicijnverslaving

Sommige pijnpatiënten gaan, uit wanhoop, bij meerdere loketten medisch shoppen om overal maar morfinerecepten vandaan te halen. Als een apotheek dan niet goed oplet, krijgen ze veel te veel morfine binnen. En als je dan als pijnspecialist daarbij niet scherp bent, krijg je een klacht aan je broek. Terwijl de patiënt het recept vervalste.

Medicijnverslaving, het woord valt, natuurlijk. Nuance is nodig, vindt van Driel. Sommige morfinepreparaten zijn daarbij meer verslavend dan andere. Vaak zie je het aankomen, patiënten die binnenkomen met de boodschap “Er MOET iets gebeuren”. Ze zijn in korte tijd dan bij veel dokters geweest en willen instant resultaat, alles tegelijk en alles door elkaar. Dat heeft ook met karakter van mensen te maken. Het is een pijncirkel waar mensen wanhopig van worden. Vaak is een goede uitleg hoe medicatie werkt dan een goede eerste stap.

Kun je wennen aan chronische pijn?

Ja. Pijn heeft ook een psychische reactie. Een focus op pijn, of pijn stressvol benaderen, kan ook weer pijn oproepen. Maar andersom dus soms ook.

Meestal wordt de pijn toch geleidelijk aan minder. Belangrijk daarbij is dan wel dat je de medicatie goed inneemt. Word je pijn écht minder, dan moet je samen met de pijnspecialist je medicatie natuurlijk ook verminderen. Doe je dit niet, of wil je dit niet, dan ligt het risico van verslaving op de loer. Dan klopt er iets niet.

Even een zijstap naar andere ziektebeelden…

Van Driel is natuurlijk goed op de hoogte van allerlei research op farmacologisch terrein. De podcast maakt een uitstapje naar enkele andere ziektebeelden.

  • Naar migraine wordt veel medicatie-onderzoek gedaan, weet van Driel, vooral in Leiden. Vaak is het toch ook weer een combinatie van meerdere factoren, waarbij stress en spierspanning ook een rol spelen. Maar voor migraine is bijvoorbeeld ook een kleine hoeveelheid botox een van de oplossingen, heel gericht tot op wel 30 punten in je schedel.
  • Idem voor oorsuizen, alleen is daar nog geen echt duidelijke oorzaak voor gevonden. Er wordt vooral gezocht naar afleiding om het ‘piepje’ in je oor niet te horen. Wordt het stil, dan hoor je de piep veel duidelijker. “Je kunt er knettergek van worden”, zegt van Driel, “net als van chronische pijn. Het kan je leven zo beheersen, zo invaliderend worden, dat het niet meer leefbaar is.”

Is een pijn even onduidelijk, ‘dan zal het wel fibromyalgie zijn’, is de tendens. Het is een vergaarbak geworden.

Dr. van Driel
  • Fibromyalgie. Niet zijn favoriete gespreksonderwerp. “Spierpijn, een soort reuma”, flapt van Driel eruit. Om direct te nuanceren. Voor de diagnose is een 15 tot 20 triggerpoints nodig waarop positief wordt gescoord. Er is veel onderzoek naar, ook qua medicatie. Fibromyalgie heeft ook zeker een psychische component, hoewel die niet overheersend is. Heel moeilijk behandelbaar, ook qua medicatie lastig, vindt van Driel. Wat fibromyalgie nu precies is, is nog lang niet duidelijk. Het complexe er aan, vindt hij, is dat het een hele brede diagnose is met pijn over het hele lijf, die ook vaan ‘misbruikt’ wordt, óók door pijnpoli’s. Een vergaarbak. Is een pijn even onduidelijk, ‘dan zal het wel fibromyalgie zijn’, is de tendens. Het gevaarlijke daaraan is dat allerlei pijnen en pijntjes dan al snel onder die noemer worden geschaard, terwijl de oorzaak wellicht elders ligt. “Morfine moet je echt niet willen bij dit type klachten, dat lost niets en nooit wat op. Een lidocaïne infuus, in combinatie met ketamine, helpt wel vaak goed en langer tegen de pijn. Die verlichting kan voor 4, 5 maanden wel weer perspectief bieden. Ook dit is uitproberen, samen met de patiënt.” Het lastige van dit soort diagnoses, net als bij het moeheidssyndroom (‘ME’), is dat ze opeens lijken op te ploppen en dan is opeens heel veel een tijd lang deze diagnose. Het beestje krijgt een naam. Maar de oorzaak én de meest effectieve therapie is dan vaak nog heel lang onbekend.

Welk gebied vindt van Driel zelf extra interessant?

Zijn interesse, nogmaals, is breed. Maar zenuwstimulatie door middel van elektroden in het ruggenmerg heeft wel echt zijn belangstelling gekregen. “De ontwikkeling hiervan is enorm, dat vind ik leuk. Het is echt sophisticated geworden, door twintig jaar onderzoek en uitproberen. Het is eigenlijk een type pacemaker, maar de elektrode gaat naar je ruggenmerg in plaats van naar je hart. Met 8, 16 of 32 elektroden kan je zo heel gericht het ruggenmerg aflopen. Het is een -dure- (al snel €20-25.000) therapie, vaak inwendig, voor jaren. Daarmee wordt de zenuwpijn onderdrukt.

Doel is 75% pijnreductie, voor minder dan 50% moet je het niet doen en is de therapie uiteindelijk ook gewoon te duur.” Uiteindelijk is het ook gewoon een rekenmodel. “Uitgerekend is dat een neurostimulator na zo’n drie jaar economisch rendabel wordt. Het scheelt namelijk pijninjecties en heel veel medicatie, als de indicatie goed is geweest. vanaf drie jaar gaan we verdienen, haha. De verzekeraar vergoedt het mondjesmaat vanwege de kosten, maar het is wel een bewezen iets. De markt is wel verpest in Amerika, waar die apparaten lukraak werden geïmplanteerd. De producent verdiende goed, maar bij meer dan de helft van de patiënten leverde het niets of te weinig op. En dat weegt wel door in de effectiviteit. Het apparaatje is niet weinig effectief, maar werd gewoon aan de verkeerde type patiënt toegekend.”

Pijnbestrijding begint met een fysio, een pilletje, een zenuwblokkade en psychologische ondersteuning. De neurostimulator zit aan het andere eind, later in het traject. Die laatste is niet een optie waar je als dokter nou zo rijk van wordt, maar het hoort zeker wel bij het instrumentarium van de pijnspecialist vindt van Driel.

Moeten mensen eerder naar een pijnpoli worden doorgestuurd?

Eérder doorsturen hoeft niet perse. Een pijnpoli kan niet per definitie meer dan een neuroloog, fysio of orthopeed. Ieder heeft zijn toegevoegde waarde. Juist de samenwerking, het multidisciplinaire, is zo belangrijk. Een fysio kan ook het werk van de pijnspecialist weer aanvullen. En andersom. “Als mensen geweest zijn voor een injectie, dezelfde dag nog even goed oefenen bij de fysio. En een pijnspecialist kan soms net een zetje geven waardoor de fysio vervolgens zijn werk beter kan doen. Dat versterkt elkaar. Praktijken waarbij iemand heel solistisch werkt, dat werkt gewoon niet.”

In die zin kan de pijnspecialist ook heel goed onderdeel zijn van een grotere gezondheidspraktijk. Waarbij je letterlijk maar één deur verder hoeft voor het vervolg van je behandeling. De wachtlijsten in de ziekenhuizen bij de pijnpoli’s zijn nog steeds zo lang. Het fijne van een meer zelfstandige praktijk, zoals van Driel naast zijn werk bij Amphia in Breda al 13, 14 jaar heeft bij OptimalCare in Rotterdam, is “dat je de macht helemaal zelf hebt. Daarmee gaat de wachttijd weer sterk naar beneden van 6 tot 8 weken naar 2, 3 weken. En dat heeft ook weer een maatschappelijk-economische waarde: mensen zijn sneller weer inzetbaar.”

Terugblik op de podcast

Vooral veel herkenning. Dat levert een uurtje luisteren naar deze podcast van De Therapeut mij op. Gelukkig en logisch ook, want de boodschap van van Driel kende ik natuurlijk al. En die is consistent.

Zijn visie dat pijnbestrijding bij een pijnpoli nóóit iets is van de grote wonderen of de grote stappen, snel thuis. Maar van samenwerking tussen artsen en tussen arts en patiënt. Van experimenteren. Van een beetje van dit en een beetje van dat.

Er komt opeens een vergelijking tussen van Driel en Tante Til (Familie Knots) bovendrijven. Als in onderstaand fragment, maar dan positiever. Ogenschijnlijk ‘klodderen uit de losse pols’, maar ondertussen heel goed weten wat je doet. Ik vermoed dat hij zelf smakelijk om deze vergelijking zou moeten lachen.

Maar ook pijnbestrijding is veel experimenteren. Veel medicatiesoorten (‘stofjes’, in de woorden van van Driel) mixen, nooit héél veel van één bepaalde soort, maar kleine doseringen en juist het diverse effect van al die verschillende soorten benutten. En ja, dat levert een goed gevulde pillendoos op, weet ik uit eigen ervaring.

Het multidisciplinaire, de samenwerking, is iets dat vaak terugkomt in de podcast. Ik schreef er al eerder over dat dat ook nu vaak een toverwoord lijkt te worden, de integrale zorg. Op bezoek bij de pijnpoli van van Driel heb ik dat nog niet altijd als zodanig ervaren; ook dat is (of lijkt) een eilandbezoekje. Anderzijds, als ik terugdenk aan die afspraken, legde hij al meerdere keren de verbinding ’terug’ naar mijn neuroloog en neurochirurg. Pakte hij de telefoon om even te overleggen of om samen nog wat uit te proberen of te overwegen. ‘Integrale zorg achter de schermen’. Die mag van mij nog wel wat explicieter worden benoemd.

Het is geen makkelijke boodschap. Er is geen ‘quick fix’ te halen bij de pijnpoli, zoals ook Bart Morlion al vaker benoemde. En: chronische pijn is iets dat vaak niet meer weggaat. Niet áltijd, want de 80-100% pijnvermindering komt ook voor, maar van Driel laat duidelijk zien dat de verwachtingen niet te hoog moeten zijn. Het instrumentarium van de pijnspecialist is divers, maar wie wonderen verwacht moet toch echt naar Lourdes afreizen. En niet naar de pijnpoli.

Deel je ervaringen

  • Heb jij ervaringen met bezoek aan een pijnspecialist, bij een pijnpoli of pijnkliniek? Welke boodschap(pen) heb jij meegekregen?
  • Wat vind jij van het idee dat er geen snelle winst te behalen is bij de pijnpoli? Ik heb jarenlang gedacht dat er wél een totale oplossing voor mijn pijn te vinden was. En soms ís die er ook, als een oorzaak toch lichamelijk blijkt te zijn of als er bijvoorbeeld een onderliggend mentaal trauma is. Maar “chronische pijn” kan zich ook ontwikkelen als zelfstandige ziekte waarbij het centrale zenuwstelsel overprikkeld is geraakt. En dat terugdraaien is dus verdomd lastig.
  • Hoe kijk jij naar je huidige pijnmedicatie, als je die hebt? He je veel van één middel (zo als ik jarenlang heel veel morfine had), of heb je een bredere mix van medicijnen die allemaal op aspecten van pijn inwerken (zoals ik nu al meer heb)? En heb je de voor jou goed werkende mix gevonden (ik nog niet)?
  • Heb jij een leuke, nuttige of leerzame podcast-tip? Ik luister er graag naar op een van mijn volgende wandelingen.

Deel je gedachten en ervaringen via de reacties hieronder of neem contact met me op.

Meer lezen & luisteren

De Therapeut Podcast is een serie podcasts, “radio via internet”, gestart in 2020 met wekelijks openhartige gesprekken met therapeuten over hun professie, patiënten en zichzelf. Van thuiszorg tot antroposofie en van een interview met een verpleegkundige tot een kinderarts.

  • Benieuwd naar de soorten behandelingen die een pijnpoli beschikbaar heeft voor mensen met pijn? Je vindt op de site van mijn ziekenhuis een aantal infobrochures.
  • Lees meer over de Optimalcare pijnklinieken in Rotterdam
  • Van Driel heeft het over het implanteren van een neurostimulator, een behandeling die ik ook heb gehad (en heb). Lees meer over neuromodulatie:
  • Corona of niet, een dagelijks ommetje is altijd en voor iedereen goed. Gebruik net als mij de app Ommetje van de Hersenstichting en je wordt gestimuleerd om ook dan echt dagelijks dat ommetje te maken.

Een gedachte over “Op bezoek bij…de pijnpoli van Henk van Driel

Wat vind jij?

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.